Familie Van de Velde staat in haar ondergoed

Herman Van de Velde

Het is eerder zeldzaam, een familie van een beursgenoteerd bedrijf die haar problemen uitvecht in de krant. Dat is wat nu gebeurt met de familie Van de Velde, onder meer bekend van haar lingeriemerk Marie Jo. Precies de verkoop van lingerie toont een serieuze dip. De schuld van de vroegere CEO Ignace Van Doorselaere, zegt Herman Van de Velde, die zelf besloten heeft zich uit het bedrijf terug te trekken. Als je moet kiezen tussen een bekwame niet-familiale CEO en je nicht, kies dan de CEO, repliceert Van Doorselaere die overstapte van Van de Velde naar pralineproducent Neuhaus. “Stop ermee !”, zegt Thomas Van de Velde nu, broer van Herman en niet actief in het bedrijf.



Van de Velde, met zijn merken PrimaDonna en Marie Jo, lijkt de trein van de onlineverkoop gemist te hebben. Tegelijkertijd lopen de winkelverkopen in Europa en de Verenigde Staten terug. Het afgelopen jaar daalde de omzet voor het eerst in negentien jaar. De koers van het aandeel stuikte in elkaar van 65 euro begin dit jaar tot 48 euro nu.

Thomas Van de Velde: “Laat de ene zich bezig houden met pralines en de andere met fietsen. Ze hebben er zelf voor gekozen.”

In de krant de Tijd schuiven voorzitter Herman Van de Velde en voormalig CEO Ignace Van Doorselaere de zwarte piet door naar elkaar. “Of je kiest voor een ceo uit de familie. Of je kiest voor een externe ceo, maar dan trekt de familie zich terug uit het operationele.”, aldus Van Doorselaere in de krant. Herman Van de Velde beet van zich af: “Hij (Van Doorselaere) is enorm prestatiegedreven, met een heel zware focus op de ebitda (cash flow). Wij als familiale aandeelhouders kijken meer op de lange termijn.”  Van Doorslaer dan weer:”Wie was er altijd bezig met klanten, kwaliteit, mensen, innovatie en toekomst? Wat is het verschil tussen dominant en durven beslissen?” En nog: “Als de externe ceo beter is dan je nichtje, geef hem dan gelijk.”

Voor Thomas Van de Velde is het allemaal te veel geworden. “Zwijgen is goud, en zwijgen moeten ze.”, schrijft hij, ook al in de Tijd. “Dàt is pas hard werken. Laat de ene zich bezig houden met pralines en de andere met fietsen. Ze hebben er zelf voor gekozen. En al die verhalen van ‘onderbetaald’ en ‘respect’. Op dat niveau. Was het niet om te huilen, dan kon je er nog mee lachen. Over de kern van de zaak valt wel iets te zeggen. Werkende familiale aandeelhouders mogen geen privileges hebben en moeten bekwaam zijn. Ik heb niets van dat alles en meestal zwijg ik. Behalve nu.”