De durfkapitalist Kebek heeft samen met James Verbeeck de nieuwe Furn Holding gekapitaliseerd op 5,5 miljoen euro. James Verbeeck is de eigenaar van het bedrijf Flexfurn en bracht 0,68 miljoen euro in. Kebek brengt 5,3 miljoen euro aan en wordt meerderheidsaandeelhouder. Flexfurn, opgericht in 1997, produceert multifunctioneel en stapelbaar meubilair voor event-, horeca- en bedrijfstoepassingen. Het bedrijf staat voor een bruto marge, inkomsten min uitgaven, van 3,2 miljoen euro en boekte in zijn meest recente jaarrekening een nettowinst van 1,2 miljoen euro. De voorbije twee jaar keerde Verbeeck met Flexfurn een gecumuleerd dividend uit van 1,17 miljoen euro. Voor Kebek gaat het om de eerste investering van zijn vierde private equity fonds waarvan de fondsenwerving nog loopt.
Flexfurn, gevestigd in Tessenderlo, stelt designontwikkeling en praktisch nut centraal in zijn zoektocht naar innovatieve en functionele meubeloplossingen voor evenementen. Het productgamma van Flexfurn omvat stapelstoelen, klapstoelen, barkrukken, zitbanken, lounges, statafels, eet- en terrastafels, klaptafels en lounge tafels voor binnen en buiten, met een focus op de evenementenbranche, horeca en projectmarkten. Flexfurn bedient voornamelijk klanten in de Benelux, Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk. Het bedrijf heeft een unieke positie in een nichemarkt en is marktleider en trendsetter in de branche, zo klinkt het. Er werken een 20-tal mensen in het bedrijf. Het partnership met KeBeK moet verdere internationale groei mogelijk maken en kan ook tot strategische overnames van complementaire bedrijven leiden. ‘Buy and build’ heet die groeistrategie.
Kebek werkt momenteel aan de invulling van een nieuw vierde fonds van 75 miljoen euro. Kebek is de opvolger van het voormalige KBC Private Equity. Zijn derde fonds is intussen volledig geïnvesteerd en heeft tien bedrijven in portefeuille. Investeerders, doorgaans vermogende families uit de Benelux, engageerden zich al om 40 miljoen in het fonds te investeren. Kebek zoekt daarbij naar Belgische en Nederlandse kmo’s met een brutobedrijfswinst van 1,5 miljoen tot 10 miljoen euro die een bepaalde kritische massa hebben bereikt en een volgende stap willen zetten in hun groei.