Sex en vertier met Vlaamse barok, Jacob Jordaens en Fernand Huts

De 17de-eeuwse Antwerpse schilder Jacob Jordaens was een uiterst handige zakenman die zijn werken succesvol wist te verkopen aan de nieuwe gegoede burgerij. In zijn Antwerpse woning vormde hij zijn woonkamer om tot pronkkamer. De potentiële klanten werden er overdonderd door erotisch getinte werken. Die vulden de hele ruimte, inclusief plafond en deuren. De havenmiljardair Fernand Huts slaagde er in met zijn Phoebus kunsstichting alvast het plafond opnieuw samen te stellen. Hij stelt het geheel nu voor in het Frans Hals museum in Haarlem nabij Amsterdam. Huts kan symbool staan voor de manier waarop Vlaanderen omgaat met kunst. Alles moet worden gesubsidieerd. Enkel vermogende ondernemers springen uit die kring. Huts is daar de meester in. Toppunt van symboliek is dat het Jacob Jordaenshuis in Antwerpen, waar de pronkkamer ooit thuis hoorde, in bruikleen werd gegeven aan de ondertussen van haar sokkel gevallen Sihame El Kaouakibi. Huts hoopt de pronkkamer er ooit terug naar toe te brengen.



Samen met Peter Paul Rubens en Antoon Van Dyck vormde Jordaens (1593-1678) de artistieke speerpunt van de 17de-eeuwse barok in de Noordelijke Nederlanden. Maar waar de eerste werkte in opdracht van de gevestigde katholieke orde en de tweede voor de adel, profileerde Jordaens zich als een zwierige zakenman die de financieel oprukkende burgerij bood waar ze om vroeg: sex, feesten en vertier. Al die elementen zijn dan ook terug te vinden in de tentoonstelling “Thuis bij Jordaens” in het Haarlemse Frans Hals Museum. The Phoebus Foundation werkte vijf jaar lang aan de tentoonstelling met als hoogtepunt de reconstructie van de pronkkamer. Waar de muurschilderijen van Jordaens verdwenen, is het plafond blijven bestaan. Curator Karina Van Cauter slaagde er ook in twee deuren van de kamer terug te vinden. In het Frans Hals Museum is het plafond opgehangen boven een spiegelvloer. Het vermijdt dat de nekspieren worden geforceerd. Maar het is op zichzelf ook een pronkstuk.

Fernand Huts zei ooit wat schamper dat hij zelf jaarlijks meer geld investeert in kunst dan het jaarlijks cultuurbudget van de Vlaamse regering. Op zijn eigenwijze manier is de havenondernemer dan ook één van de grootste promotoren van Vlaamse kunst in het buitenland. Nog maar net heeft hij de Vlaamse primitieven voorgesteld in het Kadriorg Paleis in de Estse hoofdstad Tallinn, waar zijn bedrijf Katoen Natie trouwens nadrukkelijk industrieel aanwezig is, of hij pronkt al met Jordaens in Haarlem. De tentoonstelling ‘Thuis bij Jordaens’ is tot 30 januari 2022 te zien in het Frans Hals Museum in Haarlem. Maak hieronder al kennis met enkele van de pronkstukken van Jacob Jordaens. (Copyright: The Phoebus Foundation, Antwerpen)