VOETBALGELD – De perverse drievoudige vertegenwoordiging van de makelaars

Sébastien Ledure (Foto: Belga Images)

Wat is het probleem van het Belgisch profvoetbal? De driedubbele vertegenwoordiging van makelaars, zo zegt sportadvocaat Sébastien Ledure. En hij geeft een voorbeeld: “Een speler verdient 20.000 euro en zijn makelaar vertelt hem dat hij een contract van 50.000 euro heeft onderhandeld bij een nieuwe club. De speler is heel blij, maar hij weet niet dat de nieuwe club bereid was 100.000 euro uit te geven. Sterker nog, de makelaar beloofde de club dat de speler een salaris van 50.000 euro zou accepteren. In ruil daarvoor kreeg de makelaar een bonus van 30.000 euro voor zichzelf. In dit fictieve geval bespaart de club 20.000 euro, terwijl de makelaar 30.000 euro verdient. De speler is de benadeelde partij, want hij had twee keer het salaris kunnen claimen. Zo’n zaak is mogelijk omdat de makelaar niet alleen de speler verdedigt.” Volgens Ledure is dit ook precies wat is gebeurd met de commissie die John Bico zou hebben gekregen toen Eden Hazard van Lille naar Chelsea verhuisde.

Sébastien Ledure is de oprichter en partner van Cresta, een sportadvocatenkantoor. Met zijn twee partners, Arnaut Kint en Wouter Janssens, werkt hij onder meer voor Justine Henin, de broers Borlée en Romelu Lukaku. “De afgelopen tien tot vijftien jaar hebben een paar mensen, waaronder de voormalige advocaat Laurent Denis of makelaar Mogi Bayat veel transfers gemonopoliseerd. Deze kleine kring van makelaars werkte voor iedereen: spelers, clubs die verkopen, clubs die kopen en soms voor alle drie de partijen in hetzelfde geval. Deze drievoudige vertegenwoordiging is volledig in strijd met onze ethiek, het is op zichzelf de drager van belangenconflicten. Maar niemand nam daar aanstoot aan.” aldus Ledure in de krant La DH. De meervoudige vertegenwoordiging is in 2015 goedgekeurd door de FIFA, op voorwaarde dat alle drie de partijen hiermee instemmen. Het probleem is dat een minderheid van de agenten volledig transparant werkt.



Volgens de advocaat konden makelaars de macht grijpen omdat veel clubs een structureel tekort hebben. Ze moeten dus spelers verkopen, met winst, om hun budget in evenwicht te brengen. “Vorig jaar werd 39 miljoen euro aan commissies betaald door de 24 Belgische profclubs. De helft van dit bedrag werd betaald door de top 4 en tweederde door de top 6. We zien dat Brugge het minst heeft uitgegeven, in de orde van 10 tot 15 miljoen euro sinds 2015. Anderlecht heeft het meest uitgegeven, in de orde van grootte van 50 miljoen euro sinds 2015.”

De clubs antwoorden dat ze transfers nog steeds nodig hebben om te overleven, dat het deel uitmaakt van hun businessmodel, maar volgens Ledure klopt dit niet. “Als we kijken naar het saldo van de transfers (het verschil tussen de koop- en verkoopprijs van de spelers), zien we dat het in België positief is. De bonus bedraagt 142 miljoen euro over zes jaar voor de 24 profclubs. Dit vertegenwoordigt een jaarlijkse winst van 1 miljoen euro per club. Deze clubs betalen echter gemiddeld 400.000 euro aan commissies per jaar aan agenten om deze transfers uit te voeren. Er is dus slechts 600.000 euro aan inkomsten. Dit bedrag moet worden vergeleken met de jaarlijkse budgetten van de clubs, die variëren van 10 miljoen tot 90 miljoen euro. Als gezegd wordt dat transfers een essentiële hulpbron zijn, denk ik daarom dat dit niet de realiteit is. Het gaat natuurlijk wel om gemiddelden en de ene club doet het beter dan de andere.”