De familie Le Clerq-Blaton verenigt in zich twee grote industriële groepen. Jacques le Clercq, was zelf bestuurder van de distributeur Delhaize en verantwoordelijk voor de Amerikaanse activiteiten van de distributiegroep. Thérèse Blaton is een telg uit het geslacht van Emile Blaton, die aan de basis ligt van de gelijknamige Brusselse bouwgroep.
Jacques Le Clercq was met Thérèse Blaton getrouwd tot hij in 1976 scheidde. De scheiding werd in februari 1983 uitgesproken en in mei van datzelfde jaar hertrouwde Le Clercq met de Amerikaanse Winnie Mansfield. De familie beheert nu het vermogen dat werd opgebouwd, hoofdzakelijk dan via de familie Blaton.
De eerste realisatie kwam er in 1865 in Schaarbeek met een fabriek Blaton-Aubert die voornamelijk tuinbeelden maakte. Al zeer snel aanvaardde ze echter ook algemene aannemingswerken. De onderneming evolueerde onder de naam Armand Blaton-Peyralbe Entrepreneur en zou zich niet alleen wijden aan de bouw van industriepanden, maar ook aan de burgerlijke bouwkunde. Zij maakte als een van de eerste gebruik van gewapend beton en bouwde onder meer mee aan de spoorwegtunnel van het Jubelpark, de haven van Brussel, de brug over de Maas in Huy enz.
In 1927 richtten Armand en Emile Blaton de Entreprises Blaton-Aubert op. Dertig jaar lang werkten beiden aan belangrijke projecten in Frankrijk en Duitsland. Zij bouwden bijvoorbeeld het Centraal Station van Brussel in 1930 en vele stukken van de Noord-Zuidverbinding. Met professor Magnel ontwikkelden ze een voorspanningsprocéde dat bekend raakte onder de naam Magnel-Blatonsysteem en een procedé voor paalfunderingen: Vibropalen.
In de jaren vijftig richtten de beide broers hun eigen onderneming op. Emile nam de leiding over de Compagnie Industrie et Travaux Emile Blaton en de vier zonen van Armand associeerden zich per twee om respectievelijk Bâtiments et Ponts en Travaux NV op te richten. De Compagnie Industrie et Travaux Emile Blaton werkte onder meer mee aan verschillende paviljoenen van Expo 58, waaronder het vermaarde Amerikaanse paviljoen. Ook in de bouw van het Marnixcomplex van de BBL in Brussel had zij haar aandeel, alsook in de vennootschapszetel van Petrofina. Zij realiseerde een deel van de gasterminal van Zeebrugge. Ook in de ziekenhuissector liet zij zich niet ongemoeid: Cavell en Brugmann, om er maar twee te noemen.
Begin jaren zeventig werd Emile Blaton opgevolgd door zijn twee zonen Pierre en Paul en vervolgens door hun zuster Thérèse die voorzitter van de raad van bestuur van Cit E. Blaton werd. Vandaag is Sophie Le Clercq, dochter van Thérèse Blaton, voorzitter van de raad van bestuur van Cit Blaton en vertegenwoordigt zij de vijfde generatie.