DOSSIER – Ferrero in het hart van de Ardennen: met dank aan Boudewijn en Jacques Planchard

Een archieffoto waarbij Jacques Planchard, tweede van rechts, het nieuwe Luxemburgse promo-logo voorstelt aan Boudewijn en Fabiola.

De Italiaanse groep Ferrero investeert 175 miljoen euro in haar Belgische fabriek. Die fabriek, de derde grootste productie-eenheid van de Italiaanse snoepreus, situeert zich in Aarlen, diep verborgen in het hart van de Ardennen. Hoe kwam die fabriek daar terecht? Dat was grotendeels het werk van wijlen Jacques Planchard, christen democratisch politicus, toenmalig gouverneur van de provincie Luxemburg, sublieme netwerker en goed bevriend met wijlen koning Boudewijn. Maar Planchard leidt ons ook naar de witwascircuits van de Iraakse dictator Saddam Hoessein, naar de val van de Luxemburgse premier Jean-Claude Juncker en naar de vroegere liberale toppoliticus Marc Verwilghen.

Giovanni Ferrero, kleinzoon van de stichter van de Italiaanse multinational Pietro Ferrero, is momenteel de sterke man van de groep. Hij resideert in Ukkel en studeerde net als zijn eigen kinderen in België. Hij is meteen ook de Rijkste Italiaan. Van waar die sterke band met België? Dat is grotendeels het werk van Jacques Planchard, opportunistisch en visionair Luxemburgs politicus. Planchard was gouverneur van Luxemburg van 1977 tot 1996. Gedurende heel die periode moest hij toezien hoe de zware staalindustrie langzaam verdween uit zijn provincie, net als de tewerkstelling.



Planchard bleef niet bij de pakken zitten. Hij reisde af naar de VS en ging actief zoeken naar Amerikaanse investeerders voor zijn regio. Hij kon daarbij kwistig gebruik maken van federale subsidies. Zo is het verhaal bekend hoe hij in 1977 op de tarmac van een regionale luchthaven in Latour een ’deal’ sluit met de Amerikaanse groep Champion. Die gaan een nieuwe fabriek bouwen in Aubange. Planchard belooft 10 miljoen euro subsidie of 25.000 euro per gecreëerde job. Hij tekent de documenten met de Amerikanen, die op het punt staan te vertrekken, op de motorkap van zijn wagen. (Lees verder onder de foto)

Jacques Planchard, hier geïnterviewd door de regionale Luxemburgse omroep, overleed in 2013 op 84-jarige leeftijd.

Planchard, geboren in Virton, haalt een MBA in Florida, VS. Hij start zijn carrière bij de Europese Gemeenschap van Kolen en Staal, de voorloper van de EU. Hij ziet de dossiers altijd groot. En in die tijd is hij als gouverneur ook nog de vertegenwoordiger van de koning, Boudewijn in zijn geval. Tussen beide mannen zal een vertrouwelijke band groeien. Boudewijn en Fabiola zijn te pas en te onpas in Luxemburg om er één of ander lint door te knippen. In 2004 wordt Planchard door koning Albert, de broer van Boudewijn, benoemd tot baron.

Planchard belichaamt ook wat in het zuiden van het land “le consensus luxembourgeois” wordt genoemd. Een lokaal verankerde identiteit van de Ardenners. Bij Planchard is die verankerd in de toen nog sterke christen democratische PSC, nu het fel verzwakte CdH, van Charles-Ferdinand Nothomb en meer discreet Guy Lutgen, beiden ook Ardenners.

Eén van de dossiers die Planchard afrondde, was dat van Ferrero. In 1989 is Michele Ferrero, zoon van Pietro en vader van Giovanni, op zoek naar een vestigingsplaats voor de bouw van een nieuwe fabriek waar de rotspraline Ferrero Rocher zal worden gemaakt. Het is Jacques Planchard die Ferrero er weet van te overtuigen dat hij zijn fabriek tussen de rotsen van de Ardennen moet plaatsen. Michele Ferrero was ongetwijfeld gecharmeerd door de Ardeense rotsen maar nog meer door de Belgische subsidies. Mee gesteund door koning Boudewijn wordt de bouw van de fabriek in Aarlen fors ondersteund door de lokale en federale autoriteiten. De Belgische fabriek is momenteel één van de belangrijkste van de Ferrero groep. Ze produceert onder meer de Kinder Surprise-eieren, de Kinder Schoko-Bons en de Raffaello’s. 96% van het productievolume wordt naar 45 landen wereldwijd geëxporteerd. (Lees verder onder de foto)

Op de website van de General Meditterranian Holding van Nadhmi Auchi gaat Marc Verwilghen nog steeds door als senator en als ondervoorzitter van de senaat.

Dat Planchard niet bang was van een risico mag blijken uit het feit dat hij lange tijd bestuurder was van het bedrijf Meat and Food International, een slachthuis in Gembloux. Dat vreemde dossier brengt ons naar Nadhmi Auchi, één van de rijkste financiers uit het vroegere Irak die er van wordt beticht betrokken te zijn geweest in de witwascircuits van Saddam Hoessein, iets wat de man zelf altijd ten stelligste heeft ontkend. De band tussen België en Auchi wordt belichaamd door Marc Verwilghen, na de affaire Dutroux genoemd als de “witte ridder” van justitie maar die het slachtoffer werd van zijn eigen politiek succes. Op de website van Auchi’s holding GMH wordt hij nog steeds omschreven als “ondervoorzitter van de senaat”, een mandaat dat hij al in 2010 opgaf. Morgen leest u hier alles over Nadhmi Auchi.