
Voormalig minister van Financiën en voormalig Europees commissaris voor Justitie Didier Reynders heeft in de periode tussen 2008 en 2018 700.000 euro cash geld gestort op zijn ING rekening. Die stortingen vielen buiten zijn normaal financieel patroon. Desalniettemin heeft zijn huisbankier ING gewacht tot 2023 vooraleer die verdachte transactie te melden aan de controle autoriteit. Het parket ondervroeg nu al 15 hooggeplaatste ING medewerkers om na te gaan of Didier Reynders zijn macht heeft aangewend als vroegere minister van Financiën om de bank te beïnvloeden en de transacties niet te melden. Reynders zelf ontkent alle feiten en wijt ze aan gokverslaving en winst bij antiekhandel. De vraag wordt daarbij steeds pregnanter: hoeveel schade brengt het dossier Reynders toe aan de integriteit van het financieel-politieke establishment. De ervaren liberale voorman Herman De Croo zei ooit over dit soort onderzoeken naar politici: “Als je bijt moet je vlees hebben”. Wat dat betreft, lijkt het dossier Reynders wel een kwaliteitsslagerij.
Het nieuws over het onderzoek naar de bank ING lekte uit via de Brusselse krant Le Soir. Didier Reynders, die van 1999 tot 2011 aan het hoofd stond van het ministerie van Financiën, wordt beschuldigd van witwassen, met name via de compulsieve aankoop van loterijbriefjes. Hij zou tussen 2008 en 2018 ook bijna 700.000 euro contant geld op zijn ING-zichtrekening hebben gestort. Reynders zelf ontkent alles. Hij rechtvaardigt deze transacties door een gokverslaving en, wat de gestorte bedragen betreft, door de verkoop van kunstwerken. Onlangs hebben er huiszoekingen plaatsgevonden bij een antiekhandelaar in de Brusselse Zavelwijk en bij zijn voormalige rechterhand, Jean-Claude Fontinoy.
Nu komt dus ook de bank ING in het vizier. Volgens Le Soir wordt zijn bank ervan verdacht de ogen te hebben gesloten voor de verdachte contante stortingen van haar illustere klant. Of op zijn minst te hebben nagelaten de feiten tijdig te melden. Vraag stelt zich dus of het vroegere Waalse liberale kopstuk zijn invloed binnen de bank heeft aangewend om zijn handelingen af te dekken. Vandaar een onderzoek van het parket van Brussel naar mogelijke feiten van “beïnvloeding”. Sinds juli zijn daarbij een vijftiental verantwoordelijken van de bank op het hoofdkantoor van het Centraal Bureau voor de bestrijding van corruptie (OCRC) verschenen om zich te verantwoorden voor deze verdenkingen. Volgens deze onthullingen hebben de voormalige en de huidige CEO van ING België, Erik van den Heyden en Peter Adams, een dagvaarding ontvangen om in het kader van deze zaak te worden gehoord. De bank zelf zegt dat ze zich niet kan uitspreken over deze specifieke zaak. Ze beperkt zich tot de mededeling dat ze “haar rol als hoedster van het financiële stelsel ten volle vervult en alle wettelijke verplichtingen op het gebied van de bestrijding van witwassen naleeft”.
De impact van dit hele dossier op het financieel-politieke systeem blijft ondertussen aanzwellen. Reynders was niet enkel 12 jaar minister van Financiën, periode tijdens dewelke hij de eerste systemen opstartte om zwart geld te regulariseren, als Waals toppoliticus volgde hij alle belangrijke dossiers van dichtbij op en stond hij daarbij bekend om zijn eigen kabinetsmedewerkers te benoemen op strategische posten, van de Nationale Loterij over justitie tot de staatsveiligheid. Het nu lopende onderzoek kon pas worden opgestart nadat Reynders zijn functie als Europees commissaris van Justitie niet wist te verlengen, een beslissing die mee gedragen werd door Georges-Louis Bouchez. De ook al liberale voorman Herman De Croo zei ooit over dit soort onderzoeken naar politici: “Als je bijt moet je vlees hebben”. Wat dat betreft, lijkt het dossier Reynders wel een kwaliteitsslagerij.