Als federaal toppoliticus heeft Didier Reynders altijd een voorliefde gehad voor de Nationale Loterij. Gedurende een kwarteeuw heeft de liberale MR-politicus Reynders zijn kabinetten als minister van Financiën en als minister van Buitenlandse Zaken gebruikt als kweekvijver voor de benoeming van strategische mandaten. In 2005 werd zijn toenmalige kabinetschef Koen Van Loo regeringscommissaris bij de Nationale Loterij. Vier jaar later werd zijn kabinetschef Olivier Henin regeringscommissaris bij diezelfde Nationale Loterij. Het einddoel was duidelijk: vat krijgen op de honderden miljoenen die de Loterij jaarlijks uitdeelt. Aan dat feest is nu een eind gekomen. Nu blijkt dat Reynders diezelfde Nationale Loterij gebruikte als cash cow voor zijn zwart geld, zo klinkt het in de media. De Nationale Loterij is ondertussen zeer boos op haar vroegere voogdijminister. Wij zijn geen witwasmachine, zo wordt gezegd in een persbericht. Didier Reynders heeft nog veel uit te leggen.
We schrijven 2011. Toenmalig N-VA oppositielid Theo Francken fileert in de Kamer het beleid van minister van Financiën Didier Reynders. “Reynders bedient vriendjes met loterijgeld” zo titelen de kranten. De Nationale Loterij besteedt jaarlijks pakweg 225 miljoen euro aan de financiering van wetenschappelijke of socioculturele verenigingen, sportsponsoring en de ondersteuning van goede doelen. Van het Rode Kruis over het Paleis voor Schone Kunsten tot de Lottowielerploeg en het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding: allemaal kunnen ze op royale steun van het overheidsbedrijf rekenen. Lobbying hoort er bij. En misschien nog wel iets meer dan dat.
Naast die grote subsidiepot beschikt ook de federale regering zelf over een enveloppe met loterijgeld, goed voor 22,5 miljoen euro, verdeeld over MR-voogdijminister Didier Reynders en een aantal van zijn collega’s. N-VA-Kamerlid Theo Francken stelde samen met collega Minneke De Ridder meerdere parlementaire vragen om zicht te krijgen op de verdeling van dat geld. Daarbij trok vooral de besteding van de 1 miljoen euro waarover minister van Financiën Reynders vrij kan beschikken Franckens aandacht. “Reynders gebruikt het geld voornamelijk om de eigen ‘vriendjes’ te bedienen”, zegt die na analyse van de cijfers. “Of hoe noem je het anders als blijkt dat een fuif georganiseerd door de jongerenafdelingen van MR en FDF vorig jaar op 15.000 euro steun kon rekenen?” Reynders is volgens Francken ook opvallend gul voor zijn favoriete voetbalclub Standard Luik. Zo kreeg het jeugdopleidingscentrum van de Rouches vorig jaar een toelage van 375.000 euro, plus 8.200 euro voor de werkingskosten. Een jaar eerder vloeide al 330.000 euro naar de club. Francken stelde voordien ook al vragen bij de keuze van de Nationale Loterij om shirtsponsor te worden van de Luikse voetbalploeg. “Een lucratieve deal waar geen enkele andere club een dossier voor kon indienen”, stelt hij vast.
Wanneer Didier Reynders Europees commissaris wordt, vermindert zijn invloed op de achterkamertjes van de politiek waar de belangrijke beslissingen vallen. De macht over de Nationale Loterij is dan al overgenomen door de socialistische partijen met als hoogtepunt de benoeming in 2013 van Jannie Haeck als gedelegeerd bestuurder. Haeck is een vroegere kabinetschef van socialistische ministers. Het is dan ook opmerkelijk dat Didier Reynders samen met zijn echtgenote, ere-magistraat als gewezen voorzitter van het Hof van beroep, twee spelersrekeningen opent bij de Nationale Loterij waarop vanaf 2021 grote bedragen worden gestort en gebruikt voor de aankoop van krasbiljetten. Wanneer dat nieuws lekt in de media wordt dat al snel vertaald als het witwassen via de Nationale Loterij. Die laatste kan daar niet mee lachen. Wij zijn geen witwasmachine, zegt de Loterij in een persbericht.
Keren we even terug in de tijd. In de vorige eeuw verkocht de Nationale Loterij papieren loterijbiljetten met wekelijkse trekkingen. Wie een winnend lot had van bijvoorbeeld 100.000 Belgische frank kon daarmee discreet naar de Bank van Roeselare trekken en dat lotje verkopen voor bijvoorbeeld 110.000 Belgische frank aan de bank. Die verkocht het lotje op zijn beurt aan een relatie met veel zwart geld voor 120.000 frank. De laatste koper in kwestie had daarmee meteen 100.000 frank witgewassen, na betaling van een commissie van 20.000 frank. Het enige wat de witwasser nog moest doen was zijn lotje incasseren bij de Nationale Loterij.
Met de digitalisering van de loterij is dat allemaal veel moeilijker geworden. De Nationale Loterij zegt nu zelf dat witwassen op die manier onmogelijk is. Het gerecht zegt dan weer dat ze 1 miljoen euro verdachte transacties zien bij Didier Reynders naast de aankoop van 200.000 euro aan krasloten. De conclusie ligt voor de hand: Reynders zet of laat zwart geld zetten op zijn privé-rekening en zegt dat dat winst is die werd gemaakt met krasbiljetten. Het geval-Reynders is “hoogst uitzonderlijk”, zegt de Loterij. De ex-vicepremier bleef binnen de speellimieten, en wekte pas argwaan omdat het spelgedrag zo lang bleef aanhouden. “Nooit eerder heeft een speler op een gelijkaardige manier verschillende speellimieten gecumuleerd. Het gaat om twee spelersrekeningen op een totaal van 2 miljoen rekeningen geopend bij de Nationale Loterij.” In 2021 stelde de Loterij vast dat het merendeel van die opmerkelijke aankoop van tickets aan twee spelersrekeningen konden worden gelinkt, van iemand met een “politiek gevoelige identiteit”. Consultant KPMG kreeg de opdracht om de zaak samen met de Loterij verder te onderzoeken, waarna er in maart 2022 aangifte gedaan werd bij het federaal parket. Het mag duidelijk zijn dat de best geplaatste waarnemers in de Wetstraat dus al bijna drie jaar op de hoogte zijn van “het dossier Reynders”.
Didier Reynders zelf onthield zich tot nog toe van commentaar in de zaak, maar liet vorige week via zijn advocaat wel weten dat hij “de strafrechtelijke kwalificatie die aan de feiten wordt gegeven” betwist. De liberale politicus is vooralsnog ook niet officieel in verdenking gesteld. Zijn advocaat zegt verder dat de hele zaak los staat van de politieke carrière van de liberale politicus en enkel betrekking heeft op zijn privé vermogen.