Drie advocaten beslissen over het fortuin van Marc Coucke

Blijft Marc Coucke miljardair of valt hij terug naar de status van gewone Rijke Belg? Die vraag zal worden beantwoord door drie Belgische advocaten. Zij zullen beslissen of Marc Coucke zijn vermogen van 1,25 miljard euro, dat hij in 2015 ontving bij de verkoop van zijn bedrijf Omega Pharma aan het Amerikaanse Perrigo, mag behouden. Het gaat om drie bekende namen in juridische kringen: Jean-Pierre Fierens, Jan Meyers en Johan Verbist. Zij moeten de monsterclaim beoordelen die eind vorig jaar door Perrigo tegen Coucke en het financieel fonds Waterland werd geformuleerd. Amerikaanse rechters komen er niet aan te pas. De betrokken advocaten treden op als arbiters. Bij de verkoop aan Omega Pharma was vastgelegd dat eventuele betwistingen via een Belgische arbitrageprocedure moesten worden beslecht.



De Amerikaanse groep Perrigo betaalde in 2015 2,5 miljard euro voor de aandelen Omega Pharma. De helft daarvan, 1,25 miljard euro, ging naar Coucke. Perrigo beweerde al snel dat het bij de aankoop van Omega Pharma werd bedrogen. Omzet en winst werden frauduleus opgekrikt, stelt Perrigo, dat zelf aangevallen werd door boze aandeelhouders. Coucke ontkent, maar riskeert maximaal 950 miljoen euro te moeten betalen. Dat is ongeveer evenveel als wat hij van Perrigo ontving.

De Standaard ontdekte nu dat de voorzitter van de ‘Coucke-rechtbank’ de zeventigjarige Jean-Pierre Fierens is. Eén van de bekende cliënten van Fierens is de voormalige Fortis-topman Maurice Lippens. De stem van Fierens is potentieel doorslaggevend, omdat hij als voorzitter de beslissing in de ene of de andere richting kan doen kantelen. Fierens werd gekozen door de twee arbiters die door Perrigo en de verkopers (Coucke en Waterland) naar voren waren geschoven. Jan Meyers is een doorwinterd zakenadvocaat en arbitragespecialist die door Coucke en Waterland werd voorgedragen. Meyers, partner in Brussel bij het Amerikaanse kantoor Cleary Gottlieb, is een goede vriend van minister van Justitie Koen Geens (CD&V) en pleitte al dikwijls voor de Belgische staat. Perrigo schoof dan weer Johan Verbist naar voren, een voormalige sterkhouder van Linklaters. Verbist is wellicht het meest bekend als advocaat van Jan De Clerck.

Coucke heeft er belang bij de procedure zo lang mogelijk te rekken Ingewijden spreken volgens de krant van een ingewikkelde zaak met ‘tonnen documenten’. De inzet is hoog. Verwacht wordt dat het tot 2021 duurt vooraleer er duidelijkheid is. Over de grond van de zaak kan men niet in beroep gaan, maar er zijn wel procedures voor een gewone rechtbank mogelijk bij schending van de rechten van de verdediging. Coucke heeft er belang bij de zaak zo lang mogelijk te rekken, zeggen kenners.