Familie Coopman keert met de overname van Imperial Meat terug naar haar roots

Het vleesverwerkend bedrijf Ter Beke, voor meerderheid in handen van de familie Coopman, neemt de Belgische concurrent Imperial en het Nederlandse Stegeman over van de groep Sigma. Daarmee kan het merken zoals Marcassou, Imperial, Leielander, Stegeman, Bistro, Aoste en Justin Bridou toevoegen aan haar gamma. Met de overname keert Ter Beke voor een deel terug naar haar eigen roots: de productie en verkoop van salami. Reeds in 2006 deed het Oost-Vlaamse bedrijf een greep naar Imperial maar toen ontbrak de financiële slagkracht. Ter Beke fuseerde op datzelfde moment met de Nederlandse kippenverwerker Pluma. Daarna concentreerde de groep zich op kant-en-klaar maaltijden met de Belgische marktleider van lasagne ‘Come a casa’ als topper. Nu komt salami dus terug in beeld.



De overname omvat zes productievestigingen van Sigma, waarvan vijf in België (Lievegem, Cornby, Amando, Dacor, Champlon) en één in Nederland. Marcassou profileert zich als een op en top lokaal product uit de Ardennen, wat wordt bevestigd door de vestgingsplaats van haar productie ateliers. De verkoper Sigma is een multinationale voedingsonderneming die merkvoeding produceert, commercialiseert en verdeelt, met inbegrip van verpakte vleeswaren, kaas, yoghurt en andere gekoelde en diepgevroren voedingswaren. Sigma bezit 70 fabrieken en 210 distributiecentra in 18 landen verspreid over haar vier belangrijkste regio’s: Mexico, Europa, de Verenigde Staten en Latijns-Amerika. In 2020 realiseerde Sigma een omzet van 6,347 miljard dollar. Ter Bekje is met een omzet van 717 miljoen euro een grote beet kleiner. Bij het beursgenoteerde Ter Beke werken ongeveer 2.650 mensen verdeeld over 12 industriële vestigingen in België, Nederland, Frankrijk, Polen en het Verenigd Koninkrijk.