Marleen Vaesen moet kwakkelende lingerieproducent Van de Velde terug rechttrekken

De 60-jarige Marleen Vaesen wordt met onmiddellijke ingang aangesteld als CEO van de beursgenoteerde lingerieproducent Van de Velde. Ze vervangt Erwin Van Laethem die in onderlinge overeenstemming het bedrijf verlaat. Van de Velde, bekend van onder meer de merken Marie Jo en Primadonna, slaagt er niet in zijn achterstand weg te werken die het opliep bij de introductie van e-commerce. Ook de verkoopsactiviteiten in de Verenigde Staten blijven verlieslatend. Marleen Vaesen was tot begin dit jaar CEO van de groentengroep Greenyard van Hein Deprez. In januari werd verrassend een einde gemaakt aan haar contract. Ze moest de plaats ruimen voor de zoon en dochter van Deprez, twee twintigers die in het management van Greenyard werden opgenomen.



Erwin Van Laethem kwam 2 jaar terug aan het hoofd van Van de Velde. Hij slaagde er niet in het tij bij de lingerieconfectioneur te keren. Marleen Vaesen van haar kant is goed vertrouwd met Van de Velde. Sedert 2012 is zij bestuurder bij het beursgenoteerde bedrijf. Ze begon haar carrière in marketing bij Procter&Gamble. Ze was actief bij Sara Lee/Douwe Egberts en was er verantwoordelijk voor de lancering van Senseo. Ze was gedurende 5 jaar CEO van Greenyard. Momenteel is ze ook nog onafhankelijk bestuurder bij de bioscoopgroep Kinepolis van de familie Bert. (Lees verder onder de foto)

Lingerie verkopen via internet is geen sinecure.

De uitdagingen die haar wachten bij Van de Velde zijn niet gering. Verlieslatende winkels worden gesloten terwijl er verder wordt geïnvesteerd in nieuwe distributiekanalen, zoals thuisverkoop via homeparty’s en internetverkoop. Die investeringen liepen in de eerste jaarhelft op tot 7,7 miljoen euro. Zowel de bedrijfswinst als nettowinst daalde in het eerste semester dit jaar met 25 %, die laatste van 20 miljoen naar 15 miljoen euro.

Ook al dit jaar werd financieel directeur Bart Rabaey bij Van de Velde de wacht aangezegd. Rabaey vervoegde het directiecomité van Van de Velde in 2016.