Marc Coucke heeft wat minder advocatenkosten. Een Amerikaanse rechter heeft ingestemd met zijn vraag om niet langer vervolgd te worden in de rechtszaken van misnoegde beleggers tegen hem, andere voormalige toplui en de Amerikaanse farmareus Perrigo. Dat Amerikaanse bedrijf betaalde in 2014 3,4 miljard euro voor de overname van Omega Pharma, het bedrijf dat Coucke had groot gemaakt. Ondertussen schreven de Amerikanen daarvan 2 miljard af als minwaarde. Beleggers-aandeelhouders van Perrigo leggen zich daar niet zo maar bij neer. Ze dagvaarden zowel Perrigo als zijn ex-toplui. Maar dus niet langer Marc Coucke.
De misnoegde beleggers stellen dat Perrigo en zijn voormalige toplui misleidende informatie naar buiten brachten over de waardering en de financiële vooruitzichten van Omega Pharma, maar ook over mogelijke prijsafspraken over generische geneesmiddelen. Coucke was betrokken partij in een half dozijn van die rechtszaken. Uit juridische documenten die de Tijd kon inkijken, blijkt nu dat de rechter via een tussentijdse uitspraak instemde met zijn vraag om niet langer vervolgd te worden, motion to dismiss, in het juridisch jargon. Dat geldt voor alle Amerikaanse beleggersrechtszaken waarin hij betrokken was.
Marc Coucke incasseerde voor de verkoop van Omega Pharma 620 miljoen euro in cash en nog eens evenveel in Perrigo-aandelen. In België hebben de Amerikanen Coucke voor een arbitragecommissie gesleept. Ze eisen 1,9 miljard euro van de apotheker-investeerder. Maar die schakelt in zijn verdediging nu zelf een versnelling hoger. Coucke diende begin 2017 een tegenclaim in. Hij vindt dat Perrigo bij de overname van Omega niet te goeder trouw heeft gehandeld. Onlangs kwam daar een tweede tegenclaim bij. Die kadert in de belastingclaim van de Ierse fiscus tegen Perrigo. De Ierse belastingdiensten vorderen 1,64 miljard euro terug van de Amerikaanse farmareus, boetes niet inbegrepen, zo weet de krant.
