VASTGOED – Atoomschuilkelders als kunstcontainers en het bestaan van de geheime Groep 21

De ingang van de atoomschuilkelder in Eigenbrakel.

Kort na de Tweede Wereldoorlog kreeg een geheime groep van 21 hoge Belgische ambtenaren de opdracht een inventaris op te maken van het Belgisch kunsterfgoed dat zeker niet mocht verloren gaan bij een nucleair conflict met de toenmalige Sovjet-Unie. In de schaduw van de eerste atoombommen op Japan en midden in de Koude Oorlog werden overal te lande atoomschuilkelders gebouwd. Een aantal daarvan werden gekoppeld aan musea en moesten kunstwerken herbergen en beschermen. Nu staan die atoomschuilkelders te verkommeren. Meer zelfs, sommigen zijn ware broeihaarden van kankerverwekkende schimmels en bacteriën.

Het verhaal van de Groep 21 komt opnieuw in de belangstelling nu de atoomschuilkelder van Eigenbrakel zich terug in de actualiteit werkt. In 1953 werd gestart met de bouw van die kelder, voorzien van 2 meter dikke muren. Het werd de grootste van het land, bestemd als veilige plaats voor nationale kunst van grote namen als Paul Delvaux, René Magritte en Felicien Rops. In het expojaar 1958 werd een eerste grote selectie kunst en erfgoed ondergebracht in de bunker. Die werd samen met vier andere bunkers beheerd door het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium. Alles moest in het strikte geheim gebeuren. De vijand mocht niet weten waar de kunstschatten verborgen waren. De kunstrooftochten van de nazi’s zaten nog vers in het geheugen.



Maar met de jaren verdween de spanning van de Koude Oorlog en verloren de bunkers hun nut. De werking van de Groep 21 bleek te ambitieus en dus vooral te duur te zijn. De Groep werd ontbonden en het project opgedoekt. Meteen verdwenen ook de werkingskosten. Zo liet de airco van de bunker in Eigenbrakel het afweten. In 2001 werd vastgesteld dat de bunker besmet was met de kankerverwekkende schimmel aspergillus glaucus. De kelder van 2.500 kubieke meter, uitgegraven in een kunstmatige heuvel, liep meteen ook onder water. Het gebouw werd 40 jaar terug overgedragen aan de Franstalige Gemeenschap die er nu duidelijk verveeld mee zit.

200 kunstwerken werden al ontsmet, een deel moet nog worden afgewerkt. Het gebouw kan enkel worden betreden in beschermende kledij. De bevoegde Waalse minister André Flahaut wil de site aan de rand van het Halllerbos ontmantelen en verkopen. De vraag is aan wie? De gemeente Eigenbrakel is alvast niet geïnteresseerd, zelfs niet in een overname voor één symbolische euro.