VOETBALGELD – Hoe een 76-jarige Israëlische spelersmakelaar het Belgische voetbal kan gijzelen

Pini Zahavi, hier als centrale inzet van een reportage op de Duitse sportzender Sport 1.

Verontwaardiging alom wanneer bleek dat het BAS, het Belgisch Arbitragehof voor de Sport, in beroep alsnog een professionele licentie toekende aan de voetbalploeg Moeskroen. En dat terwijl uit het gerechtelijk onderzoek overduidelijk blijkt dat de ploeg geleid wordt door de entourage van de 76-jarige Israëlische spelersmakelaar en miljonair Pini Zahavi en zijn 57-jarige Macedonische Albanese handlanger Adbilgafar ‘Fali’ Ramadani. Het gerecht onderzoekt allerlei financiële malversaties in het dossier Moeskroen. De voetbalbond KBVB laat nu in een persmededeling weten het “principieel oneens” te zijn met de beslissing van het BAS. CEO Peter Bossaert gaat de raad van bestuur van de bond voorstellen om de hele procedure te hervormen. Het BAS blijkt symbool te staan voor de hele manier waarop het Belgisch prof voetbal blijkt te draaien: waar het geld vandaan komt is niet belangrijk, zolang het er maar is.

In eerste instantie is het de Licentiecommissie die bepaalt welke ploeg al dan niet mag deelnemen aan de competitie. Uitgangspunt is dat die ploeg financieel sterk genoeg moet zijn om het minstens uit te kunnen zingen tot aan het eind van het seizoen. En die ploeg mag niet in handen zijn van spelersmakelaars wat immers direct leidt tot belangenvermenging en geldgewin. Nadat in 2007 twee ploegen, Geel en Namen, hun gelijk haalden in een beroepsprocedure voor een burgerlijke rechtbank, besloot de voetbalwereld die beroepsprocedure in eigen hand te nemen en zag te BAS het levenslicht. En opmerkelijk genoeg volgt dat BAS slechts zeer uitzonderlijk de beslissingen van de Licentiecommissie. Dat was zeker zo in het geval van Moeskroen waar de club sinds de overname door de makelaar Pini Zahavi nu al voor de vierde keer in vijf jaar een licentie krijgt van het BAS. De laatste drie keer (in 2017, 2018 en 2020) was dat tegen het advies van de voetbalbond en de licentiemanager in.



Het BAS bestaat uit een verzameling van 59 ‘arbiters’, veelal juristen, maar ook financiële experts. Voor een definitieve beslissing over de licenties wordt telkens een driekoppige kamer samengesteld. De betrokken club en de voetbalbond mogen elk een ‘arbiter’ aanduiden, die op hun beurt samen een derde arbiter als voorzitter aanduiden. De drie aangeduide arbiters nemen samen een beslissing. Alle drie horen ze onafhankelijk te oordelen, ze zijn niet de ‘advocaat’ van de partij die hen aangeduid heeft. Doorslaggevend blijkt echter het feit te zijn dat de ploegen sedert 2014 aan het BAS bijkomende stukken kunnen voorleggen. Op die manier kan de procedure die in eerste aanleg werd gevoerd, grondig worden bijgestuurd in beroep.

De juridische raadgevers van Pini Zahavi, die bij de grootste transferoperaties wereldwijd betrokken is, zijn duidelijk zeer goed vertrouwd met dit systeem. De zwakheid van het systeem zit in het feit dat het BAS geen rechtbank is die op zoek gaat naar fouten of rechtvaardigheid. Het is veeleer een arbitrage of bemiddelingsdienst die enkel doorgaans opportunistisch nagaat of een ploeg kan overleven. En daar houdt het dan ook op. Veel moreel onderzoek komt er niet bij kijken. Dat blijkt zowat het motto te zijn van het hele professioneel voetbal: waar het geld vandaan komt, speelt geen rol, zolang het er maar is. En dat heeft dan blijkbaar weer alles te maken met het feit dat dit land te klein is om op zichzelf een volwaardige professionele voetbalcompetitie financieel proper te laten draaien.