De BBI lust wel een koekje van Jules Destrooper

Jules Destrooper en René Magritte: dit is geen speculatie. Of toch wel?

Volgt u even mee. De twee broers Destrooper, de 63-jarige Patriek en de 65-jarige Peter, controleren elk 50 % van de koekjesproducent Jules Destrooper. In de lente van 2015 wil Peter zijn 50 % aandelen verkopen aan de speculoosfamilie Boone van Lotus Bakeries. Die wil 55 miljoen euro op tafel leggen voor Destrooper. Maar broer Patriek verhindert dat door gebruik te maken van zijn voorkooprecht. Hij betaalt zijn broer de prijs die hij van Lotus zou krijgen. Wat de verkopende broer niet weet is dat de kopende broer op dat moment al een overeenkomst heeft om het hele bedrijf te verkopen aan de familie Vandermarliere voor bijna 60 miljoen euro. Winst: 4,5 miljoen euro in geen tijd. Het mag duidelijk zijn dat het tussen beide broers niet meer botert. Sluw gedaan door Patriek, zou je dan kunnen denken, maar dat is buiten de Bijzondere Belastingsinspectie (BBI) gerekend. Die wil de 4,5 miljoen euro meerwaarde nu belasten als speculatieve inkomsten.

De krant de Tijd kwam de zaak op het spoor nadat het dossier geagendeerd werd voor de rechtbank van West-Vlaanderen. Wanneer de BBI van Antwerpen de berichten over de familiale ruzie las in de krant opende ze prompt een onderzoekdossier. In België bestaat een vrijstelling van belasting wanneer iemand een meerwaarde realiseert bij de verkoop van aandelen. Maar dat kan enkel bij een ‘normaal beheer van het privévermogen’ en niet bij ‘speculatieve handelingen’. Volgens de belastinginspectie kan de manier waarop Patriek Destrooper met de aandelentransacties in geen tijd 4,5 miljoen extra verdiende, niet worden beschouwd als een normaal beheer van het privévermogen.



Nu wil de BBI Patriek Destrooper dus toch belasten op de meerwaarde die hij haalde uit dat deel van de verkoop. Volgens de krant, die welingelichte bronnen citeert, gaat het om een belastingclaim van bijna 1 miljoen euro. Voor alle duidelijkheid: de fiscus beweert niet dat er fraude in het spel is. Er zou naast een belasting van 33 procent, als ‘divers inkomen’ in de personenbelasting, maar sprake zijn van een beperkte belastingverhoging. Destrooper betwist de visie van de fiscus en vecht de meerwaardebelasting aan voor de rechtbank van eerste aanleg van West-Vlaanderen. Verder geeft hij geen commentaar op wat hij een ‘privé-kwestie’ noemt.