Wie is de eigenaar van de riante villa van Karel De Gucht in het Italiaanse Toscane? Is dat Karel De Gucht zelf of zijn Italiaanse landbouwvennootschap Agricola La Macinaia die ook instaat voor de productie van zijn dure Italiaanse wijn? Volgens de BBI, die De Gucht vervolgt wegens belastingfraude, is die eigenaar wel degelijk de vroegere EU-commissaris zelf, zo zegt ze nu voor de rechtbank. Maar in een tweede geding, dat later volgt, zegt diezelfde BBI dat de Italiaanse vennootschap de eigenaar is. Meteen is daarmee voor de verdediging van De Gucht de zaak procedurieel afgewerkt: De Gucht treft geen schuld.
In 2010 besliste de fiscale waakhond BBI dat het gezin De Gucht hun villa in Toscane gekocht had met niet aangegeven geld. Daarop besliste de BBI het onderzoek naar het echtpaar De Gucht uit te breiden van 3 jaar naar 7 jaar terug, iets wat enkel kan bij indicatie van fraude. Precies die uitbreiding in tijd zorgde er voor dat de fiscus een eerdere aandelentransactie van De Gucht op het spoor kwam. Het is voor die transactie dat de BBI een claim tegen het echtpaar De Gucht legt van bijna 1 miljoen euro.
Maar volgens de advocaat van De Gucht is zijn cliënt niet de eigenaar van de villa maar wel de Italiaanse landbouwvennootschap Agricola La Macinaia. Dat die in handen is van De Gucht speelt geen rol. De advocaat pleit immers dat de Belgische fiscus ten onrechte de bankrekeningen van De Gucht heeft gecontroleerd en zo op de omstreden aandelentransactie is gestuit.
Die advocaat haalt alvast een merkwaardig argument boven. Er loopt immers nog een tweede geding met Karel De Gucht en zijn echtgenote Mireille Schreurs. Die zaak draait om recentere belastingaangiftes van De Gucht en Schreurs, waarbij ze verliezen van hun Italiaanse landbouwbedrijf afgetrokken hadden van hun Belgische belastingen. De BBI verwerpt dat, omdat het gaat om verliezen van een Italiaans bedrijf die in België niet gebruikt zouden kunnen worden. Maar voor de advocaten van De Gucht is het van twee zaken één: of de vennootschap is eigenaar van de villa of hij is het niet. De BBI kan zichzelf daarin niet tegenspreken. Uitspraak in de eerste zaak op 9 januari 2019. In april wordt de tweede zaak ingeleid.