Wanneer kennis macht is, zat u bij ons goed. Al in januari 2020 brachten wij het bericht dat de familie Colruyt haar belangen in de windenergie had ondergebracht in de nieuwe holding Virya Energy. Opmerkelijk daarbij was dat die belangen op dat moment goed waren voor 701 miljoen euro. Nu is dat al 751 miljoen euro. Veel geld dus. Dat menen ook de diverse beursanalisten die vaststellen dat het aandeel Colruyt op de beurs sterk aan waarde verliest. Zij dringen er dan ook op aan dat de distributeur zijn belang in windenergie meer transparant zou vertalen in een hogere beurskoers. En dat is nu gebeurd. In een persbericht stelt Colruyt dat Virya voor bijna 70 % in handen is van het beursgenoteerde distributiebedrijf en voor 30 % eigendom is van de familieholding Korys. Colruyt zegt uit te kijken naar een nieuwe toekomst voor Virya, in grotere projecten van alternatieve energie. Of wie weet, misschien ook in desinvesteringen in die projecten. Ook interessant, ‘Virya’ is Sanskriet en staat voor de boeddhistische term die gewoonlijk wordt vertaald als “energie”, “ijver”, “enthousiasme” of “inspanning”. Het kan worden gedefinieerd als een houding van graag betrokken zijn bij gezonde activiteiten en het zorgt ervoor dat iemand gezonde of deugdzame acties uitvoert. De belangrijkste resultaten van die inspanningen bij het bedrijf Virya zijn de volledige controle over de groep Parkwind, exploitant van windparken op zee, goed voor een volledige waarde van 680 miljoen euro, en over het veel kleinere Eoly Energy.
Projecten in alternatieve energie vereisen steeds meer investeringen. Concreet gaat Colruyt op zoek naar meer geld voor het financieren van dergelijke grote buitenlandse projecten voor groene energie. Want de recente marktsituatie, de Green Deal en geopolitieke spanningen, in het bijzonder de gebeurtenissen in Oekraïne, hebben volgens de warenhuisgroep een belangrijke impact op de snelheid van evolutie in de offshore industrie en andere grote projecten voor hernieuwbare energie. Volgens Colruyt zijn de financiële risico’s bij de start van de projecten groter en door de sterke concurrentie zijn er hogere investeringen en instapkosten, met name voor nieuwe offshore windprojecten. Nu zal dus moeten blijken in welke mate de beursbelegger overtuigd is van het potentieel voor de distributiefamilie van hun bedrijf in windenergie.