Hoe Hans Bourlon met de Raad van State aanschurkt tegen de radiodoos van Pandora

Gert Verhulst en Hans Bourlon. (Foto: Belga Images)

Studio 100, het entertainmentbedrijf in handen van Hans Bourlon en Gert Verhulst, gaat het dossier van de nationale radiolicenties voorleggen aan de Raad van State. Beide ondernemers pikken het niet dat hun bedrijf geen nationale radiolicentie kreeg als resultaat van de recente ‘beauty contest’ die Vlaams CD&V minister voor Media Benjamin Dalle heeft opgezet. Die ‘contest’ vertoont een aantal merkwaardige constructies. Eindresultaat was alvast dat de twee grote Vlaamse mediagroepen DPG van Christian Van Thillo en Mediahuis van Thomas Leysen elk hun nationale radiolicenties verlengd zagen terwijl Studio 100 als nieuwkomer uit de boot viel. Bourlon en Verhulst lijken daarmee het fragiele politieke evenwicht in het dossier grondig te verscheuren. Het is een opmerkelijk gok van Studio 100. Een mogelijke oplossing is nu dat de openbare omroep VRT één van zijn vijf radiofrekwenties inlevert die dan wordt toegekend aan Studio 100. Iedereen tevreden, buiten de VRT natuurlijk. Maar minister Dalle kan zich verbergen achter een jarenlang juridisch gevecht. Tenzij iemand alsnog de doos van Pandora opent waarin de toekenning van radiolicenties verborgen zit.

Minister Dalle stond voor de uitdaging drie nationale radiolicenties toe te kennen aan vier gegadigden: de mediabedrijven Mediahuis met één dossier radio Nostalgie, DPG met twee dossiers, Q en Joe, en nieuwkomer Studio 100. Die laatste stond daarbij voor de uitdaging het duopolie van de twee Vlaamse mediabedrijven te doorbreken. Belangrijkste speler daarbij is DPG die met de radio’s Q en Joe meteen goed is voor 2 van de 3 bestaande frekwenties. Het bedrijf van Christian Van Thillo had dan ook meest te verliezen, in het slechtste geval één van zijn twee frekwenties die naar Studio 100 zou gaan en waarbij elk van de vragende partijen bediend zou worden. Benjamin Dalle had zichzelf dubbel ingedekt. Vooreerst werd de uitslag van de ‘beauty contest’ in handen gelegd van een ‘onafhankelijke’ vakjury die was benoemd door Deloitte. Wanneer bleek dat met name het dossier van Mediahuis wankel was inzake het werken met beroepsjournalisten vroeg Dalle twee ‘onafhankelijke’ analyses op met name van het advocatenbureau Stibbe en opnieuw van Deloitte. Beide indekkingen bleken echter belangrijke vragen op te roepen.



Vooreerst bleek de onafhankelijke jury te bestaan uit vier leden. Minister Dalle stelde in het Vlaams parlement dat hij de namen van die leden niet kon vrijgeven binnen de vertrouwelijkheid van het dossier. Waarop spontaan uitlekte dat één van die leden Bert Geenen was, de man die mee aan de basis lag van de opstart van de radio stations Q Music en Joe, de twee stations van DPG die precies als vragende partij betrokken partij waren in de hele procedure. In het parlement stelde Dalle dat het onvermijdelijk is dat experten in deze kleine sector al hebben gewerkt voor één van de betrokken partijen. Minder evident was de vaststelling dat één van de juryleden een media expert was uit Denemarken die eerder al werk leverde voor de Deense krant ‘Berlingske Media’, een krant die eigendom is van DPG en dus van Christian Van Thillo. Op de vraag of er dan geen andere buitenlandse experten zijn, zei minister Dalle in het parlement dat alle rapporten nu ook in het Engels moesten worden opgesteld voor die Deense expert en dat dat zonder problemen was verlopen.

Ook de twee bijkomende rapporten zijn niet zonder vragen. De rapporten werden door het kabinet van minister Dalle opgevraagd nadat was gebleken dat het dossier van Mediahuis en hun radio Nostalgie niet voldeed of op zijn minst twijfels open liet aan de vereiste tot het maken van onafhankelijk nieuws met erkende beroepsjournalisten. De website Radiovisie.be volgt de radiodossiers altijd van nabij op. Ook nu weer. Wanneer minister Dalle de twee bijkomende rapporten niet wou voorleggen aan het parlement, kwamen die bijna direct op het bureau terecht van Radiovisie. Die maakte haar eigen harde analyse van de feiten. Eerste opmerkelijk feit, beide juridische adviezen worden gevraagd nadat de beoordeling van de dossiers al was afgesloten op 14 januari 2022. Sterker nog, uit de adviezen komt zelfs naar voren dat er overwogen wordt om het opgeleverde rapport nog bij te sturen en aan te passen. Er wordt gezegd dat “elementen rond regionaal nieuws uit het dossier van Nostalgie” niet mogen worden meegenomen in de beslissing. En in het eerste advies van Deloitte van 21 januari, op pagina 7, is er zelfs sprake van ‘telefonisch contact om het voorstel, zijnde de ingediende offerte van Nostalgie, alsnog bij te sturen’.

Lezen we hier dat een kandidaat zijn ingediende offerte, na het indienen, nog kan aanpassen om aldus het dossier aan te passen?” zo vraagt Radiovisie zich af. Vraagtekens zijn er vooral bij het tweede advies van Deloitte, van 28 januari, waar die zin over het telefonisch contact uit het eerste advies ‘plots’ weer verdwenen is. Op dat moment is ook al het advocatenkantoor Stibbe tussengekomen. “Zouden de consultants van Stibbe misschien geadviseerd hebben dat contact opnemen met een kandidaat niet zo gangbaar zou zijn?”, aldus Radiovisie. Dat zou, immers “… al snel aan Nostalgie toelaten om via ‘juiste’ antwoorden haar dossier te sturen.” zo luidt het advies van Stibbe op pagina 10. Inzage in deze ‘adviezen’ geeft verder vooral glashelder aan dat er tot op het laatste moment een probleem moet geweest zijn met de kandidatuur van Nostalgie, aldus Radiovisie Op de concrete vragen die er nu zijn, zoals ‘Maken ze hun eigen nieuws?’, ‘Hebben ze een redactie met hoofdzakelijk beroepsjournalisten?’, of ‘Zijn ontkoppelde regionale nieuwsuitzendingen legaal?’ is er nog steeds volgens Radiovisie nergens een duidelijk ‘JA’-antwoord te vinden. (Lees verder onder de foto)

DPG eigenaar Christian Van Thillo (links vooraan) in 2019 bij de opening van de nieuwe radiostudio’s van Q en Joe, toen nog in Vilvoorde. (Foto: Belga Images)

Wat is er zo bijzonder aan radiolicenties? Vooreerst zijn ze bijzonder lucratief. Eens de basisinvestering is gebeurd, worden het al snel cash cows, zeker binnen multimedia modellen waar ze worden in het verlengde gelegd van andere media zoals kranten en tv. Belangrijk daarbij is het feit dat radiolicenties in tegenstelling tot digitale licenties, die in theorie onbeperkt zijn, in volume beperkt zijn. Ondanks pogingen om de digitale DAB licenties te laten doorbreken zal in Vlaanderen minstens tot 2030 het radiolandschap worden beheerst door schaarse FM frekwenties. Dus door een schaars goed waarvan de verdeling en toewijzing in handen ligt van de Vlaamse minister van Media gecontroleerd door het Vlaams parlement. Een eerste stap in dat verhaal werd gezet in 2001 waar op dat moment twee licenties werden toegewezen aan Q Music van Christian Van Thillo en het op dat moment onafhankelijke 4FM. Dat laatste radiostation wordt later overgenomen door Christian Van Thillo en omgevormd tot Joe. Grote verliezer in dat dossier was de radiogroep Contact, in handen van de Brusselse en Franstalige eigenaar Francis Lemaire.

Over die procedure viel een recent bericht op dat op LinkedIn werd geplaatst door Rudy Dierckx, de toenmalig directeur van Radio Contact Vlaanderen. Dat bericht gaat als volgt: “Hoe gek kan het worden. In 2001 was ik directeur van Contact Vlaanderen. Radio Contact was marktleider in Wallonië en haalde voor de lancering van Donna (de BV- en jongerenradio van de openbare omroep in 1992 gelanceerd als concurrent van Contact, nvdr) een marktaandeel in Vlaanderen van +15% MAAR om een radiovergunning te krijgen hadden we te weinig ervaring 😢 . VTM had veel meer ervaring want zij hadden TOP radio op kanaal 2 uitgezonden. VTM was ZO goed dat ze uiteindelijk (via een kleine omweg) 2 vergunningen kregen, momenteel gekend als Q en Joe. En dan vraagt een mens zich af HOE KAN DAT? Wel dat weet ik want ik heb daarover een gesprek onder vier ogen gehad met de Griffier… Leerzaam.”

Radio Contact verloor in 2001 de strijd van 4FM, het huidige Joe van DPG. Het verhaal van Joe begint eigenlijk in mei 2007. Toen werd 4FM overgekocht door de VMMa, het toenmalige moederbedrijf van VTM en Q-Music. Die overname werd in de steigers gezet door Bert Geenen. In eerst instantie hield VMMa zijn ambities met 4FM low profile. “Het was geen actieve zender”, zei Erwin Deckers, programmadirecteur van de Q-groep daarover. “Aan de medewerkers van 4FM vroegen we of ze wat op de rem wilden staan.” Korte tijd later werd 4FM omgevormd tot Joe. Ook dat was het werk van Bert Geenen, de man die al in 2001 Q Music had opgestart. En de man die nu deel uitmaakte van de vierkoppige onafhankelijke jury van minister Benjamin Dalle. Daarmee lijkt de cirkel rond te zijn.