De Vlaamse baggeraar Jan De Nul, in handen van de gelijknamige Aalsterse familie, sloot 2019 af met een orderboek van 3,4 miljard euro. Tot op vandaag werden geen annuleringen betreffende dat orderboek genoteerd. De multinational ziet daarin een teken dat het de coronacrisis zal overwinnen. Voor wat haar toekomstige investeringen betreft, inclusief de aankoop van nieuwe baggerboten, sloot de groep een zogenaamde “Green Term” lening af. Die wordt in schijven toegekend op basis van duurzame of ecologische criteria. Een en ander blijkt uit de jaarrekening van de groep. Jan De Nul heeft alvast een stevige financiële buffer met een eigen vermogen van 2,8 miljard euro.
Na drie jaar van dalende resultaten kon Jan De Nul in 2019 weer aanknopen met groei. De omzet ging opnieuw boven de 2 miljard euro en de nettowinst kwam uit op 61 miljoen euro tegenover 31 miljoen in 2018. De maritieme activiteiten van de groep waren vorig jaar goed voor 77 procent van de omzet. Daarbinnen was het een “uitdagend jaar” voor de baggeractiviteiten, klinkt het, terwijl de bouw van windmolens in zee sterk bleef groeien. De Nul bouwt nu ook windmolenparken in Taiwan en binnenkort ook in de Verenigde Staten.
De civiele activiteiten (bouw- en onderhoudsprojecten) namen 20 procent van de groepsomzet voor hun rekening, de milieudivisie de resterende 3 procent. Zowat 45 procent van de omzet werd in Europa gerealiseerd. In 2018 was dat nog meer dan de helft. Vooral de regio Azië/Midden-Oosten groeit en is nu goed voor 27 procent van de groepsomzet, tegen 18 procent in 2019.