Albert II wou Delphine erkennen, maar enkel na zijn dood, Delphine weigerde

De homepage van de kunstenares Delphine Boël

In 2013 stapte Delphine Boël naar de rechtbank om erkenning te zoeken van koning Albert II als haar biologische vader. Intimi van de vorst begrepen dat daarmee een niet te stoppen carrousel zou worden in gang gezet. Om dat te vermijden deden ze vooraf een minnelijk voorstel aan Delphine Boël. In een handgeschreven brief erkende Albert II dat hij de biologische vader was van Delphine. Maar die mocht de verzegelde brief pas openen na de dood van de vorst. De brief zou ook geen juridische gevolgen hebben. Ook niet inzake de erfenis van Albert waar Delphine als biologisch kind wel gedeeltelijk recht op heeft. De dochter van de vorst weigerde het voorstel en brak de onderhandelingen af.



Albert had als troonopvolger in de vorige eeuw een jarenlange buitenechtelijke verhouding met Sybille de Selys Longchamps. Samen hadden ze een dochter, Delphine. Die werd opgevoed in het wettelijk gezin Boël – de Selys. Pas later volgde de scheiding van het echtpaar Boël – de Selys. Albert had zich ondertussen verzoend met Paola. Hij bleef wel telefonisch in contact met zowel Sybille de Selys als Delphine. Maar in 2001 verbrak hij alle contact, blijkbaar na streng aandringen van Paola.

Albert II

Onder meer de krant Le Soir brengt nu het nieuws van het mislukte verzoeningsvoorstel. Breekpunt voor Delphine was blijkbaar het feit dat de autogroep Mercedes afzag van de publicatie van een artikel over een kunstexpo van haar werk in hun luxemagazine. Oorzaak: de delicate band die ze had met Albert II. Ze zou naar de rechtbank stappen. Waarop eerst dus het verzoeningsvoorstel werd ontwikkeld. Maar voor Delphine kwam dat echter te laat en was het te vaag en onzeker.

Het bestaan van het voorstel werd ondertussen discreet bevestigd aan een aantal media. Daarmee is nog eens duidelijk dat Albert II wel degelijk de biologische vader is van Delphine Boël. Als dat wordt bewezen voor de rechtbank met een DNA staal van de vorst, mag Delphine haar achternaam wijzigen en krijgt ze recht op één vierde van het gereserveerd deel van de erfenis van Albert II.