“Vervelende claim” van 1,9 miljard euro tegen Marc Coucke en Waterland ligt maandag op tafel

Maandag gaat de arbitrageprocedure van start tussen Marc Coucke, het investeringsfonds Waterland en de Amerikaanse farmareus Perrigo. Inzet vormt een claim van 1,9 miljard euro die de Amerikanen eisen van Coucke en Waterland na hun verkoop van Omega Pharma, de Vlaamse specialist in voorschriftvrije geneesmiddelen. Het Amerikaans bedrijf zegt bedrogen te zijn door Coucke die de cijfers van Omega Pharma kunstmatig zou hebben opgepompt. In een eerdere karige commentaar noemde Coucke de hele zaak “vervelend”. Alle betrokken partijen mogen in de pers geen commentaar geven op de zaak. Een uitspraak komt er ten vroegste volgend jaar.



De procedure voor de arbitragerechtbank Cepani gebeurt door de coronapandemie met enkele maanden vertraging en volledig digitaal, zo weet de Tijd. De pleidooien voor Cepani (Belgisch Centrum voor Arbitrage en Mediatie) moet 4 tot 6 weken duren. De dossiers die op tafel liggen zijn enkele duizenden bladzijden dik. In februari 2018, wanneer de claim bekend werd, zei Marc Coucke op Twitter “alle vertrouwen” te hebben in de uitkomst van de monsterclaim. “Verdediging/tegenclaim worden minutieus uitgewerkt”, luidde het toen. Coucke spreekt van “Amerikaanse toestanden in België”. “Iedereen mag hoge bedragen eisen van iedereen in onze rechtsstaat, zeer vervelend natuurlijk, maar contract is volgens Belgisch recht, en verdediging/tegenclaim worden minutieus uitgewerkt en alle vertrouwen in uitkomst”, zette Coucke op Twitter. “Verder mag ik hier (juridisch) geen commentaar of interviews over geven.”

Toch blijft de megaclaim als een zwaard van Damocles boven zowel Coucke als Waterland hangen. Die laatste trok ook een aantal vermogende Belgen als investeerders mee in het Omega Pharma bad. In principe kunnen de partijen ook een minnelijke schikking uitwerken om van het dossier verlost te raken. Maar de Amerikanen lijken weinig gemotiveerd te zijn om dat te doen. Ze hebben in tegenstelling tot Coucke en Waterland weinig te verliezen buiten hun advocatenkosten. En die lopen voor beide partijen aardig op. In principe is er tegen de uitspraak van Cepani geen beroep mogelijk voor een gewone rechtbank, tenzij partijen kunnen aantonen dat hun rechten op verdediging werden geschonden. Maar dergelijke procedure gaat dan niet meer over de grond van de zaak.