In een café waar gevochten wordt, komen geen klanten. Het is een oude volkswijsheid die ze bij de familie van der Kelen, eigenaar van de Brouwerij Haacht, wel eens willen testen. In 2015 overleed Marc van der Kelen op 79-jarige leeftijd. Zijn twee jaar oudere broer Frédéric bleef CEO van de beursgenoteerde brouwerij tot eind 2020 waarna hij de fakkel overgaf aan zijn zoon Baudouin. Zelf bleef hij wel voorzitter. Nu op zijn 89ste is de maat vol, zo oordelen de drie dochters van wijlen Marc van der Kelen. Ze willen hun oom weg van de voorzittersstoel. Op de algemene vergadering gisteren weigerden ze hem kwijting te geven voor zijn mandaat. Ze eisen meer transparantie en meer onafhankelijke bestuurders. En wellicht ook opnieuw een dividend dat nu al twee jaar door corona op zich laat wachten.
Brouwerij Haacht is onder meer producent van Primus pils, Tongerlo en Super 8. Het bedrijf is verankerd in een netwerk van lokale cafés die worden bediend. Daarmee onderscheidt de familie zich van de andere ‘grote’ brouwers AB Inbev en in mindere mate Duvel Moortgat die allen kozen voor internationale expansie. Nochtans was het ooit anders. In de jaren ‘90 wist de Luikse brouwersfamilie Van Damme met hun brouwerij Piedboeuf 35 % te verwerven in Brouwerij Haacht. Alexandre Van Damme wou de brouwerij volledig overnemen en inschakelen in zijn internationaal groeipad. Maar dat was buiten de waard gerekend, in deze de figuur Frédéric van der Kelen. Die zou koste wat kost onafhankelijk blijven. Tegen de trend naar schaalvergroting in. Met 400 werknemers, met een eigen garage, een eigen schrijnwerkerij en een eigen binnenhuisarchitect voor de 4.000 cafés waar Primus getapt wordt. ‘Het echte bier van bij ons.’ was de slogan die Frédéric Van der Kelen zelf had uitgedacht.
Eind 2020 gaf Frédéric van der Kelen na 52 jaar de fakkel door aan zijn zoon Baudouin. Hij was op dat moment de oudste CEO van een beursgenoteerd bedrijf. Mooi voor de statistieken, maar als familie heb je daar weinig aan. Toch is het parcours van van der Kelen niet slecht. In 1996 kocht hij de 35 % aandelen terug van wat ondertussen via fusies de groep AB Inbev was geworden. Daarbij werd de Brouwerij Haacht gewaardeerd op 55 miljoen euro. Nu is ze op de beurs 225 miljoen euro waard. Alleen, de nichten van CEO van der Kelen hebben weinig aan die waardestijging. Zij blijven zitten op een niet liquide pakket aandelen. In zo’n gevallen is het jaarlijks dividend het enige bindmiddel. En dat dividend is nu al twee jaar achterwege gebleven. (Lees verder onder de foto)
De zussen van der Kelen schakelden het bureau Deminor in om hun belangen te verdedigen. Maar zelf zijn ze blijkbaar ook mondig, zo wist een journalist van de Tijd te noteren die wellicht getipt was en aanwezig was op de anders doorgaans saaie jaarvergadering. ‘Mijn naam is Manuela van der Kelen. Samen met mijn zussen Isabelle en Edith vertegenwoordigen we meer dan 40 procent van de holding Finabra die 81% van Co.Br.Ha. controleert en dus meer dan 30 procent van de beursgenoteerde groep Co.Br.Ha.’, stelde ze zich aan de zaal aandeelhouders in het Frans voor. ‘We hebben de nominatie van onze neef Boudewijn als CEO in oktober 2020 gesteund. Omdat we wensen dat onze familiale groep een nieuw elan kan terugvinden, een strategie op drie à vijf jaar kan ontwikkelen, een nieuw commercieel dynamisme kan ontplooien en zo haar plaats kan terugvinden die ze verdient gezien de inspanningen en de investeringen die onze beide vaders hebben gedaan. We hopen dat onze neef de aandeelhouders meer transparantie en klaarheid verschaft over zijn prioriteiten en de strategie’, ging ze verder. ‘En dat hij zich laat omringen door competente mensen.’
De zussen weigerden daarop weigerde kwijting te geven aan de 89 jarige Frédéric van der Kelen en onthielden zich bij de stemming. Van der Kelen zelf sprak niet. ‘We voldoen aan alle wettelijke vereisten’, stelde zijn zoon CEO Baudouin van der Kelen. ‘De voorzitter volgt een aantal markten op en geeft advies over de zaken die hij goed kent. Hij is voor het bedrijf een meerwaarde.’
De tijden blijven alvast moeilijk met de oorlog in Oekraïne. Net als bij andere brouwers wegen de kostenstijgingen op Haacht. ‘Mout en maïs zijn 80 procent duurder geworden’, geeft van der Kelen als voorbeeld. ‘Bij de supermarkten is het moeilijk die kosteninflatie door te rekenen. Het is ook een uitdaging om aan verpakkingen en goed personeel te raken.’ Toch blijft hij optimistisch. De horeca trekt nog altijd jonge ondernemers aan. De leegstand in de café panden blijft beperkt. De brouwerij draait terug op 85 procent van haar capaciteit. Van der Kelen verwacht in 2022 weer een positief nettoresultaat, een daling van de schulden en wellicht opnieuw een dividend. Het is nu uitkijken of zijn nichten daarop zolang kunnen wachten.