Dividendenkoning Fernand Huts keert zichzelf 296 miljoen euro uit over 2019

Fernand Huts (Foto: Belga Image)

Logistiek havenondernemer Fernand Huts heeft 2019 afgesloten met een uitgekeerd dividend van 296 miljoen euro. Over 2018 bedroeg dat dividend nog 353 miljoen euro. Dat blijkt uit de nu pas neergelegde jaarrekening over 2019 van zijn Luxemburgse sleutelholding Katoen Natie Groep. Huts mag zichzelf stilaan de koning der dividenden noemen. Sedert 2012 bedraagt het gecumuleerd uitbetaald dividend van Katoen Natie maar liefst 1,45 miljard euro. Daar kan al eens een Boerentoren van af.

De groep Katoen Natie kon in 2019 de kaap van 2 miljard euro omzet afronden tegenover 1,9 miljard in 2018. Drie kwart van die omzet haalt de groep in Europa, 15 % in Noord- en Latijns Amerika en 9 % in Azië. De brutobedrijfswinst stagneerde op 414 miljoen maar de nettowinst daalde wel van 139,5 miljoen naar 109 miljoen euro. Het aantal werknemers wereldwijd van Katoen Natie groeide van 14.200 naar meer dan 15.000.



Al die imposante cijfers kwamen de voorbije maanden in de schaduw te staan van de iconische Antwerpse Boerentoren die door Huts werd overgekocht van de financiële groep KBC. Huts wil die ombouwen tot een gemengde site met residentiële en culturele capaciteit. Die renovatie zal gebeuren door de Waregemse projectontwikkelaar ION. Die laatste is mee in handen van de miljonair Paul Thiers. Naar verluidt heeft KBC de beslissing om de Boerentoren te verkopen aan het duo Huts-Thiers gekoppeld aan afspraken omtrent het vermogensbeheer van beide miljonairs. (Lees verder onder de foto)

Archeologisch textiel, een onderdeel van de Phoebus Foundation. (Foto RV)

Fernand Huts van zijn kant stelde eerder al dat de uitgekeerde dividenden door Katoen Natie door hem zelf opnieuw worden geïnvesteerd in de economie. Een deel van die dividenden gaat ook naar de Phoebus Foundation. Die beheert de kunstcollectie van de familie Huts. Die omvat onder meer kunst uit de Zuidelijke Nederlanden met werk van de grote Antwerpse drie: Peter Paul Rubens, Antoon Van Dyck en Jacob Jordaens. De Belgische collectie omvat onder andere werk van de impressionistische en symbolistische kunstenaars uit Sint-Martens-Latem, met namen als Emile Claus, Gustave Van de Woestyne, Valerius De Saedeleer en George Minne. In 2018 verwierf The Phoebus Foundation nog tal van sculpturen uit de voormalige collectie van Brussels Airport, met namen als George Grard, Jean-Michel Folon, Paul Van Hoeydonck, Jef Van Tuerenhout en Panamarenko. Daarnaast is de stichting de eigenaar van een van de grootste collecties CoBrA-kunst ter wereld. De focus ligt op de ontstaansperiode van deze kunstbeweging, met werk van Karel Appel, Pierre Alechinsky, Corneille, Asger Jorn, Carl-Henning Pedersen en Christian Dotremont. En dan is er nog de collectie archeologisch textiel uit de oudheid. Deze deelcollectie telt ongeveer tweeduizend weefsels en archeologische objecten uit het oude Egypte. Ze wordt aangevuld met textiel dat afkomstig is van gebieden die liggen aan de Zijderoute in Centraal-Azië.