Familie Vandendriessche [631]

Vermogen € 27 696 000
Gekend als Massimo Dutti
Activiteit Beheer vermogen
Inplanting Brugge
Tendens Dalend
Huidige positie 631


Johan Vandendriessche is een naam die bij het grote publiek nauwelijks bekend is. Hij bouwde een grote carrière uit in de sector van de exclusieve mode. Zo zette hij in de jaren 80 en 90 het Italiaanse kledingmerk Benetton in België op de kaart. In 1997 verkocht hij de succesvolle franchisebusiness weer aan de Italiaanse groep, na meningsverschillen over hoe het merk moest evolueren. ‘De familie Benetton was het zo gewoon dat alles wat ze aanraakte, veranderde in goud, dat ze niet kon begrijpen dat iemand een andere visie op zaken had.’ zo vertelde hij daarover aan de Tijd. Vandendriessche kreeg gelijk en Benetton verdween in België. De opgedane ervaring kon hij direct aanwenden bij de groep Inditex, om Massimo Dutti en later ook de accessoireketen Uterqüe in België te introduceren. Daarnaast zette hij in Brussel een eigen winkel op van Loro Piana, een luxemerk van kasjmier kledij.

De uitbating van de winkels heeft hij van bij het begin gecombineerd met het investeren in winkelpanden op toplocaties. Zo is hij eigenaar van het artdecogebouw van Massimo Dutti op de Meir in Antwerpen. ‘ Ondertussen bezit hij zo’n dertigtal panden, van Brugge tot Hasselt en Luik. ‘Ik koop ook historische panden op als hobby’, zegt hij in de Tijd. ‘Om direct weer door te verkopen. Ken je het Marriott-hotel in Gent? Ik heb 22 huizen aan de Korenlei en de straten daarachter opgekocht en die samen doorverkocht aan de investeringsgroep die er een hotel wilde zetten. Dat is wat ik doe.’ Zo verkocht hij ook het Huis van de Vrije Schippers in Gent voor 1,85 miljoen aan de Haven van Gent.

Vandendriessche kreeg niets voor niets. ‘Na mijn studie rechten was ik begonnen bij Xerox. Ik heb daar elf jaar gewerkt. In 1982 wilde ik beginnen met een Benetton-winkel in België. Mijn bankier verklaarde me gek. Metaal, textiel, alles was hier ten onder aan het gaan. Ik kreeg dus geen geld. Zo ben ik in vastgoed gerold. Veel winkelpanden in de hoofdstraten waren toen nog in handen van weduwen. Ik huurde zulke panden zonder handelsfonds te betalen en verhuurde ze weer door met handelsfonds.’ Het geld dat dat opbracht, investeerde hij in de uitbouw van zijn winkels, en later ook in vastgoed.