KOLOM – Robespierre – Diens brood men eet…

Robespierre – Diens brood men eet…

Waar is de tijd dat de nieuwsredactie van de commerciële omroep VTM zich scherp kon profileren nadat ze had ontdekt dat een klein zwart jongentje met een bestelwagen reed van de pakjesdienst van Post NL. Wat was dat toch allemaal met die Hollanders! Wat die niet allemaal deden en durfden om het leven van hun concurrent die goede Bpost zuur te maken! Tja, dat was dus kort nadat bekend was geworden dat de toenmalige topman van Bpost opstapte omdat hij in de VS beschuldigd werd van kartelvorming. En voor bekend werd dat Bpost sjoemelde om de krantenuitgevers, tiens, die ook eigenaar zijn van VTM, voordelige posttarieven te gunnen.

En voor dat bekend werd dat Bpost al jarenlang de overheid te veel liet betalen om pensioenen rond te delen. En voor dat bekend werd dat twee kaderleden van Bpost gedetacheerd waren op het kabinet van de toezichthoudende groene minister Petra De Sutter. En voor bekend werd dat die twee ‘experten’, expert in wat precies?, ook nog altijd betaald werden door Bpost. En voor bekend werd dat één van die twee ‘experten’ ook nog eens meekeek over de schouder van de ondertussen nieuwe Bpost baas, die ondertussen ook al is ontslagen, dus meekeek over de schouder van de Bpost baas tijdens de onderhandelingen over… het krantencontract.

En wij die dachten dat Bpost enkel brieven en pakjes moest bestellen aan het publiek, niet bestelen. Robespierre weet als geen ander wat het gevaar is wanneer een volk zijn eigen verleden niet kent, of nog erger, niet wil kennen. Zo herinnert hij zich de eerste kennismaking met een gedetacheerde op een politiek kabinet. De man luisterde naar de naam Willy Ramboer en was een kaderlid van de toenmalige Kredietbank, nu KBC, in Kortrijk. We spreken over de jaren ‘80 van de vorige eeuw. Een tijd met zware economische recessie. Een tijd waarin de federale overheid besloot in Wallonië de noodlijdende staalindustrie te steunen met miljarden Belgische frank. En wat zou Vlaanderen krijgen?, vroegen de Vlaamse politici pruilend? Euch, staatssteun misschien? Voor de textielbedrijven. En voor de holglasindustrie, ook flessenfabrieken genoemd. En wie zou die staatssteun verdelen? De socialist Willy Claes en de christen-democraat Mark Eyskens. Die laatste was niet ijdel en wel nuchter genoeg om te beseffen dat hij weinig afwist van de textielindustrie, buiten misschien het oude Vlaamse lied over vier weverkens die naar de botermarkt gingen.

Tijdens één of andere lunch met iemand van de Kredietbank groeide het plan om een kaderlid van de bank te detacheren op het kabinet van de minister, die weinig afwist van de textielindustrie. Iemand uit Kortrijk best, uit het hart van de textielindustrie. Dat werd dus Willy Ramboer. De grootste tapijtenboer in die tijd was wijlen Roger De Clerck met zijn bedrijf Beaulieu. “Als het pap regent , moet ge uw panneke buiten zetten.” wist boer Clerck, die dus even ging lunchen met Willy Ramboer. Luttele maanden later zette Ramboer zich achter zijn schrijfmachine, inderdaad, om enkele subsidiedossier uit te schrijven voor Beaulieu. Het bedrijf van boer Clerck incasseerde daarbij zoveel subsidies voor de overname van het failliete bedrijf Fabelta dat er binnen de Europese commissie enkele toezichthoudende ambtenaren zowaar van hun stoel vielen.

De toen nog ambitieuze politieman Glenn Audenaert mocht een gerechtelijk onderzoek opstarten. Het eerste wat Audenaert deed was naar het landelijke Anzegem trekken om er Ramboer op te pakken. Die verdween 19 dagen in de cel. Toenmalig Beaulieu-directeur, en keizer van het wielrennen, Noël Demeulenaere had zijn eigen kijk op de zaak. “Subsidies?, zei die retorisch, wij hebben een gouden spade gekregen. Om mee te werken.” En werken deed hij. Zo hard zelfs dat Willy Ramboer later werd beloond met het Izegemse bedrijf Neon Elite Pittem. Daarvoor kreeg hij al een tweedehandse Mercedes, het is en blijft West-Vlaanderen, en een heuse villa voorzien van een mooi torentje. Allemaal onderzocht door de latere politietopman Glenn Audenaert, die later blijkbaar zelf aan de vetpotten zat en zich daar nu nog moet voor verantwoorden voor de rechtbank. Maar dat is een ander verhaal.

We horen het Willy Ramboer nog zeggen, ‘Ik ken alle Zwitserse rekeningen van Mark Eyskens.’ Wij dus niet. U moet het ons niet komen vragen. Gedetacheerden, daarover ging het dus. En de groene minister Petra De Sutter. Hoe is die ooit zo goedgelovig kunnen zijn om twee kaderleden van Bpost, betaald door Bpost, op haar kabinet binnen te halen? Je moet Robespierre niet zijn om te weten dat daar hommeles van komt.