België telde na de Tweede Wereldoorlog tientallen fabrikanten van chauffageketels, waaronder Ciney, Nestor Martin, Ideal Standard en Antverpia. Vandaag is er nog maar één binnenlandse producent: ACV of voluit Ateliers de Construction d’Appareils de Chauffage et de Ventilation.
ACV werd opgericht door de broers Louis en Pierre Buchet. Het bedrijf specialiseerde zich vroeg in moeilijker ketels en toestellen voor sanitair warm water. De productontwikkeling verliep volledig in eigen huis en zonder grote uitvindingen. Maar alle mogelijke verbeterbare elementen werden vastgepakt: betere ketels, betere branders, een betere vlam. Op het einde van de jaren zestig namen de toestellen voor warm water drie vierde van de productiecapaciteit voor zich. De huizen werden beter geïsoleerd, de vloerverwarming kwam op, meer comfort in badkamer en douche werd normaal. En dat heeft het bedrijf van de familie Buchet geen windeieren gelegd.
In april 1998 overleed Louis Buchet onverwachts en moest zijn broer Pierre het roer opnieuw in handen nemen. Hij was pas vier maanden eerder met pensioen gegaan. Tussen de broers Buchet bestond geen aandeelhoudersovereenkomst. Alles verliep in goed vertrouwen. Eindresultaat was wel dat Pierre Buchet geen voorkooprecht had op de aandelen van zijn overleden broer. 50 % van ACV kwam in handen van de durfkapitalist CVC. In 2008 kocht Pierre Buchet dat belang terug over en werd ACV opnieuw een familiebedrijf. Maar Pierre Buchet heeft twee dochters, Maryse en Véronique. En die zijn niet geïnteresseerd in de ketelbouwer.
ACV heeft ondertussen fabrieken in België (Seneffe), New Jersey (VS) en in Slovakije. De productie van residentiële boilers verhuisde in 2016 naar het Oost-Europese land. Dat ging gepaard met een zware herstructurering in Seneffe, waar 142 van de 240 jobs sneuvelden. De ACV-groep verkoopt haar producten in meer dan 40 landen.
In mei 2018 volgde de verkoop van ACV aan de Franse Groupe Atlantic.