Group Deceuster, met De Ceuster Meststoffen als hoofdbedrijf, wordt in 1966 opgericht door Herman De Ceuster. Vandaag zijn de aandelen van het familiebedrijf in handen van zijn drie kinderen Tom, Els en Annelien, verankerd in de Nederlandse STAK Incorpo. Tom is CEO van de groep.
Als 20-jarige jongeman, startte de ambitieuse Herman De Ceuster in Grobbendonk met zijn eerste bedrijf, ‘De Ceuster Grondveredeling’. Vanuit de focus op de tuinbouwsector, richtte De Ceuster zich in eerste instantie op het terugwinnen van verarmde grond. Gedreven door zijn passie voor de natuur en vanuit de overtuiging dat milieuvriendelijke grondoplossingen de sleutel waren tot de toekomst, breidden de werkzaamheden op korte tijd uit. Met de lancering van DCM ging de productie van eigen organische meststoffen van start.
Door een nauwe samenwerking met DCM-klanten werd het assortiment snel uitgebreid, waardoor een vollediger pakket aan producten voor de professionele tuinbouwer, én voor de hobbytuinier, kon worden aangeboden. DCM was zo de eerste in België die startte met het aanbieden van professionele producten voor de hobbytuinier. Hierdoor verkreeg de groep in de jaren ’80 het statuut van toonaangevend leverancier. In deze periode breidden de diensten van ‘De Ceuster Grondveredeling’ uit naar het aanbieden van gespecialiseerde diensten voor de sportwereld, de industriewereld en het openbaar groen.
In de jaren ’90 groeide het bedrijf door de overname van Intraco; een bedrijf dat actief was in de distributie van grondstoffen voor veevoeders. Eind jaren ’90 besloot de familie een eigen productie-eenheid, ‘Belcofeed’, op te richten om zo de service verder te optimaliseren. Deze beslissing moest een meerwaarde bieden inzake de kwaliteitscontrole en traceerbaarheid van de producten. Daarnaast verhoogde het de flexibiliteit doordat de producten konden aangepast worden aan de lokale klimaatomstandigheden, infrastructuur en de beschikbaarheid van grondstoffen. In 2010 werd Poultec opgericht met als doel het aanbieden van een totaalpakket aan diensten en apparatuur voor pluimveehouders.
Parallel begon het bedrijf verder te internationaliseren met de lancering van DCM Nederland in 1993. Overnames en joint ventures volgden snel, zowel in Frankrijk als in Duitsland. Wereldwijd werden er verschillende verkoopkantoren geopend op diverse locaties. Dankzij een continue groei in het verleden, alsook vandaag nog, nam de productiecapaciteit steeds toe. Hierdoor beschikt DCM vandaag over een productiecapaciteit van 40.000 ton meststoffen per jaar.
In 2001 werden de onderzoeksactiviteiten van de groep geconsolideerd in een onafhankelijk non-profit onderzoeksinstituut: ‘Scientia Terrae’. Vanuit de samenwerking met universiteiten over de hele wereld, zoekt het instituut naar de ontwikkeling van innovatieve biotechnologische producten.
Vanuit de Kempen groeide DCM uit Europees marktleider in zijn sector. Daarbij werd ook gefocused op de kenacticiteit. Zo verkocht de familie in 2014 de afdeling gewasbescherming en biocide. Die bestrijdt kruipende en vliegende insecten, ratten, muizen en ander ongedierte. Die afdeling verkocht aan de Britse Pelsis Group, waardoor die divisie verder kon groeien. De familie gebruikte de opbrengst dan weer voor extra investeringen in de twee resterende afdelingen. En ze trakteerde zich voor dat boekjaar op een uitzonderlijk dividend van 6 miljoen euro.