BBI op ramkoers met Rijkste Belg

Ampar. Dat is de naam van het fiscaal spaarpotje dat de bierreus AB-Inbev voor zichzelf heeft gecreëerd. Met goedkeuring van de rulingdienst van de belastingen. Maar dat was dan weer buiten de waard gerekend, in deze de Bijzondere Belastingsinspectie (BBI). Die erkent de afspraken niet die AB-Inbev maakte met die rulingdienst. En vordert nu 30 miljoen euro van de Rijkste Belg, zo wist de krant de Tijd te vernemen.



In familiale termen gesteld zou je kunnen zeggen dat de rulingdienst en de BBI zusters zijn van elkaar, kinderen van de grote moeder, de FOD Financiën. Wie een deal afsluit met de ene zuster zou vermoeden dat de andere zuster zich daar ook aan houdt. Niet dus.

Ampar werd eind 2011 opgericht door de Deense AB-Inbev dochter Labatt Holding. Ondertussen werd het vehikel ondergebracht bij Ambev Luxemburg sarl. In de jaren 2011 tot en met 2013 boekte Ampar een winst van 142 miljoen euro en betaalde daarop 5,5 miljoen euro belastingen. 130 miljoen euro werd uitgekeerd als dividend. Hoe kon die aanslagvoet zo laag zijn? Dat lezen we in het jaarverslag van Ampar over 2014: “Ampar BVBA verkreeg op 28 augustus 2012 een voorafgaande beslissing (ref. 2012.229) waarin het arm’s length karakter van de neerwaartse aanpassing voor het niveau van de “overwinst” in hoofde van Ampar BVBA werd bevestigd.” Een overeenkomst dus met de rulingdienst. Maar dan gaat het verder: “Op 24 oktober 2014 ontving Ampar BVBA een bericht van wijziging met betrekking tot de aangiftes in de vennootschapsbelasting voor de aanslagjaren 2012 en 2013 (boekjaren per 31/12/2011 en 31/12/2012) waarin de Belgische fiscale administratie de stelling inneemt in dat zij niet gebonden is door deze voorafgaande beslissing. De Raad van Bestuur van Ampar BVBA onderneemt de noodzakelijke maatregelen om haar zaak te verdedigen ten aanzien van de Belgische fiscale administratie. De Raad is van mening dat er sterke argumenten voorhanden zijn om de stelling van de administratie te weerleggen en besloot, om deze reden, geen voorziening aan te leggen. Wel werd, in lijn met de boekhoudkundige bepalingen ter zake, een vordering geboekt voor eenzelfde bedrag als de overeenstemmende schuld. Ampar BVBA zal haar zaak sterk blijven verdedigen.” Die vordering bedraagt 30,4 miljoen euro. De winst voor 2014 bedraagt 65 miljoen euro.

Blijkbaar stelt de BBI in haar vordering dat AB-Inbev niet alle elementen heeft bekend gemaakt bij het afsluiten van de deal met de rulingdienst. Een erg mooi portret levert dat allemaal niet op, om nog te zwijgen van rechtszekerheid. Komt daarbij dat ook Europa zich op het dossier heeft gestort en nagaat of de ruling geen verdoken staatssteun is. En net nu buigt de federale regering zich over nieuwe fiscale maatregelen die moeten toelaten dat AB-Inbev zijn hoofdzetel in Leuven behoudt en niet verlegt naar Londen in het kader van het overnamebod op SAB Miller.