Niets is mooier in het leven dan intelligente marketing. De voorbije dagen bracht Colruyt daar een staaltje van. Het zijn warme dagen, ideaal voor een pilsje als dorstlesser. Dus zei Colruyt dat het tijd was om een Cara-campagne te lanceren. Cara is het huismerk pils van Colruyt. Eenvoudig van verpakking, een blik met weinig illustraties. Goedkoop door mout te vervangen door mais. Smaakt iets minder maar kost ook iets minder.
“We wisselen regelmatig van brouwer, luidt het enigma, Cara is al overal gebrouwen, zelfs in het buitenland.” Beetje naïef toch.
Vooral studenten houden van Cara. Dus daar gaan we. Een klein productieprobleem zorgt er voor dat er te weinig Cara is, luidde de boodschap. Waarop iedereen zich naar de Colruyt spoedt om de laatste Cara voorraad in te slaan. Op vragen van journalisten wie Cara produceert, wil Colruyt niet antwoorden. “We wisselen regelmatig van brouwer, luidt het enigma, Cara is al overal gebrouwen, zelfs in het buitenland.” Beetje naïef toch. Je verlegt zo’n productievolumes niet zomaar alsof je van onderkledij verandert. De Limburgse Brouwerij Martens, in handen van de gelijknamige familie en de tweede grootste brouwer van het land, is van oudsher de belangrijkste leverancier van Cara.
Zo krijgt Cara een iets meer iconisch kantje. Met dank aan de nationale pers die graag op dit verhaal springt in deze vroege warme zomertijden. De keten ZEB verkoopt ondertussen vlot T-shirts met Cara opdrukken, 24,95 euro per stuk. Cara of guerrilla marketing. De mensen hebben al graag eens een positief herkenbaar verhaal in deze tijden van onzekerheid en IS-bomaanslagen.