Congolese BTW duwt Georges Forrest in het rood

De terril van Gécamines in Lubumbashi.

GFI, het bedrijf van de ondernemer Georges Forrest, heeft een financiële reserve aangelegd van 14,9 miljoen dollar om zich in te dekken tegen de BTW perikelen in Congo. Blijkt dat de noodlijdende Congolese staat in 2016 de terugbetaling van BTW niet langer kon dragen en dus heeft stopgezet. Als Congolees exportbedrijf cumuleert GFI de BTW op zijn aankopen. En precies die BTW kan het dus nu niet meer recupereren. Georges Forrest heeft ondertussen al zijn activiteiten ondergebracht in de Belgische holding GFI. Zijn vermogen stijgt van 60 naar 75 miljoen dollar.



De groepsomzet van GFI stijgt in 2016 van 141 naar 197 miljoen euro, zo blijkt uit de recent neergelegde jaarrekening van de groep. De cash flow van 16 miljoen euro wordt onder druk van minwaarden teruggebracht tot een netto verlies van 1 miljoen euro tegenover nog een winst van 9 miljoen in 2015. De omzetgroei van GFI vloeit voort uit de inbreng van het bouwbedrijf EGMF in GFI.

GFI, wat voluit staat voor Group Forrest International, is omringd met nogal wat onzekerheden. Naast het BTW dossier is er nog een dispuut met het Congolese overheidsbedrijf Gécamines omtrent de exploitatie van een terril restslakken in Lubumbashi. GFI raffineert uit die slakken kobalt en koper maar Gécamines betwist die exploitatie. Indien de oven in Lubumbashi stilvalt, kan dat GFI 10 miljoen dollar kosten.

De naam van Georges Forrest werd recent in de Belgische pers vooral genoemd in het zogenaamde Kazachgate dossier. Daarin werd gesteld dat Forrest lange tijd onder meer via het kabinet van de toenmalige Franse president Nicolas Sarkozy zou hebben gelobbyd om in België een adellijke titel te verkrijgen, iets wat Georges Forrest zelf krachtig ontkend.