De aanslag van het covid-19 virus op onze samenleving zet ook een stevige domper op de bedrijven van de Limburgse ondernemer Jochim Aerts. De verkoop van zijn fietsenmerken Ridley en Eddy Merckx viel zo goed als stil. Dus moest versneld worden omgeschakeld naar online verkoop. Met respect voor de individuele verkooppunten. En meteen ging ook de wielersponsoring op de schop. Maar dat belette Aerts niet om te kijken naar de toekomst. Zo werd hij eigenaar van Bikeville, de Limburgse incubator voor bedrijven in de fiets- en mobiliteitsindustrie. Lijmende kracht daarbij is de, in Limburg, alom aanwezige Limburgse Reconversie Maatschappij LRM.
De 48-jarige Jochim Aerts wordt eind mei volledig eigenaar van Bikeville en dat via zijn fietsenholding BCF, Belgian Cycling Factory, één van de toonaangevende spelers op de fietsmarkt. Beide bedrijven zijn nu al fysiek geïntegreerd. BCF maakt daarbij als belangrijke klant gebruik van de lagewindsnelheidstunnel van Bikeville waar nieuwe fietstechnologieën worden uitgetest tegen windstromen tot 108 kilometer per uur. Bikeville werd als ondersteuning opgericht door LRM voor innovatieve start-ups en bedrijven uit de fiets- en mobiliteitsindustrie. Sedert 2016 kunnen ze er terecht voor de huur van een kantoor en krijgen ze toegang tot de netwerkorganisatie binnen de fietssector. Maar infrastructuurproblemen met de kantoren zorgden er voor dat het project voorlopig niet uit de verliescijfers raakte. Aerts wil alvast vasthouden aan de samenwerking met andere bedrijven binnen de incubator. Via het Limburgse fietsenmerk Ridley is LRM ook eigenaar van 5 % van BCF. Het Limburgse netwerk werkt dus.
Nochtans heeft Aerts momenteel geen gebrek aan uitdagingen. Covid-19 verlamde zijn netwerk van ongeveer 150 dealers die Ridley en Eddy Merckx verkopen. Aerts en BCF hebben dat netwerk wel nodig, ook in de toekomst na corona. Het staat voor 75 % van zijn verkoop. Met het opstarten van internet verkoop wou Aerts dat netwerk dan ook niet hypothekeren. Klanten kunnen nu in coronatijden wel via een webshop rechtstreeks fietsen kopen vanuit de fabriek in Paal. De fiets worden na twee dagen geleverd via een fietswinkel die de klant aanduidt. Die winkelier krijgt op die manier toch zijn commissie op de verkoop ook al ziet hij de klant pas bij levering. (Lees verder onder de foto)
BCF is ook één van de grote sponsors van het wielercircuit. Zo levert het bedrijf de fietsen aan de Belgische ploeg Lotto-Soudal terwijl het Franse AG2R met Eddy Merckx fietsen rijdt. Aerts heeft nu overmacht ingeroepen waardoor een aantal betalingen aan sponsorcontracten voorlopig zijn geschorst. Wat behelst zo’n sponsordeal? Constructeurs voorzien teams van een kleine 200 fietsen. Voor elke renner vijf tot zes. Dat fietsenpark wordt niet elk jaar compleet vervangen: tijdritfietsen gaan standaard twee jaar mee, de beste wedstrijdfiets wordt het jaar nadien een trainingsfiets. In een tweede sponsorjaar levert een constructeur daardoor 120 fietsen. Contractueel worden ook afspraken gemaakt over de ‘restwaarde’. Het is niet ongebruikelijk dat alle gebruikte fietsen op het einde van het seizoen terugkeren naar de producent. In de World Tour is het standaard dat constructeurs bovenop de fietsen ook een geldsom betalen. Lotto-Soudal krijgt van Ridley ergens tussen de 800.000 euro en 1,2 miljoen.
Met BCF bewandelt Aerts zelf ook originele financiële wegen. Zo lanceerde hij eind vorig jaar via het platform Bolero Crowdfunding een crowdlendingcampagne waarmee hij 500.000 euro ophaalde. Race Productions, de operationele vennootschap van de groep, schreef daarbij een obligatielening uit met een looptijd van vier jaar uit. De obligaties op naam hebben een nominale waarde van 100 euro. Elke investeerder mag, zoals wettelijk bepaald, voor maximaal 5.000 euro inschrijven. Over de volledige vier jaar levert dat een globaal rendement op van 10,8 procent netto. De opbrengst daarvan investeert Aerts in digitale innovatie van zijn producten.