De rassenrellen in de Verenigde Staten na de dood van G. Floyd worden door de media duidelijk uitvergroot en op het voorplan gezet. De positie van de Amerikaanse president Donald Trump lijkt voor het eerst fundamenteel onder druk te komen. Dat wordt nog versterkt door de Amerikaanse economie die zucht onder het coronavirus. Maar toch is niets wat het lijkt. De maatschappelijke onrust die broeit in de VS is in de eerste plaats een probleem voor de democratische partij, de politieke opponenten van Trump. De Afro-Amerikanen weten dat Trump niet zal bewegen voor hun problemen. De grootste onrustcentra situeren zich in staten waar de democraten de macht hebben. En zij moeten in de eerste plaats oplossingen creëren. Oplossingen die ze niet hebben. Bij de presidentsverkiezingen begin november zullen zij dan ook het grootste slachtoffer zijn. Vreemd genoeg zit Trump is een electorale zetel, hoe rabiaat koppig hij ook uit de hoek lijkt te komen. Wall Street heeft die boodschap alvast begrepen.
Soms is het nuttig de dingen nog eens in cijfers uit te drukken. Het is dat wat prof. Herman Matthijs deed op zijn facebook pagina. Het afro-Amerikaanse deel van de Amerikaanse bevolking is met ongeveer 48 miljoen de derde groep na de blanken en de latino’s. Ze voelen daarbij nu al de hete adem van de Aziatische Amerikanen in hun nek. In november 2016 stemden ruim 90% van deze zwarte Amerikanen voor Hillary Clinton. De staat Minnesota, waar alles begon met de stad Minneapolis, maar ook Los Angeles, New York, Dallas en Philadelphia, allen worden ze bestuurd door democraten. Wanneer de gouverneurs en de burgemeesters deze rellen niet onder controle krijgen, dan is dat een geweldig electoraal geschenk voor president Trump, aldus Herman Matthijs. En Joe Biden, de presidentskandidaat van de democraten en rechtstreekse uitdager van Trump, lijkt weinig tot geen slagkracht te hebben. Hebt u nog iets hem nog gehoord recent?
Wall Street heeft die boodschap duidelijk al begrepen. Op het dieptepunt van de coronacrisis zakte de Dow Jones onder de grens van de 20.000 punten. Vandaag noteert de belangrijkste beursthermometer terug boven de 25.000. Dat is evenveel als een jaar terug of om en bij 10 % onder zijn recordhoogte eerder dit jaar. De kapitaalvernietiging in de VS is daarmee zeer laag in vergelijking met de Europese beurzen waar de indexen nog baden in het bloed. Komt daarbij dat de Amerikaanse economie en de daaraan verbonden arbeidsmarkt zeer flexibel is en snel kan herstellen.
“Gaat de zomer van 1968 zich herhalen in 2020 ?” vraagt prof. Matthijs zich af. In die zomer ging het zogenaamde Tet offensief van start in de Vietnam oorlog. Het werd het begin van de nederlaag voor de VS. In Groenland stortte een Amerikaanse B-52 bommenwerper neer met aan boord 4 atoombommen. Die werden geruimd in een operatie die de naam ‘Freezelove’ meekreeg, een woordspeling op Stanley Kubrick’s anti-oorlogsfilm ‘Dr. Strangelove’. Kortom, de anti-oorlog gevoelens stegen naar niet eerder gekende hoogtes. Op 4 april van dat jaar werd dr. Martin Luther King Jr. vermoord. Enkele maanden later, in juni werd de democratische politicus senator Robert F. Kennedy vermoord. Datzelfde jaar waren er ook presidentsverkiezingen. De democratische conventie in Chicago liep uit op zware rellen tussen de anti-oorlog demonstranten en politie. De republikeinse presidentskandidaat Richard Nixon won de verkiezingen op zijn één been.
