Een kerk heropbouwen, hoe doe je dat?

Snelheid is een cruciale factor wanneer je moet optreden na een zware brand. Door bewarende maatregelen te nemen, kan je verdere schade zoveel mogelijk beperken. Maar voorkomen is nog altijd beter dan genezen. Preventie primeert, zeker ook als je op een monument renovatiewerken gaat uitvoeren. Elke renovatie moet kwalitatief worden uitgevoerd en worden gecontroleerd door een preventieverantwoordelijke. Voor de heropbouw van de Notre Dame in Parijs is dat niet anders.” Aan het woord is Patricia Verleyen, hoofd van het expertisebureau Sterius. De voorbije jaren handelde ze als burgerlijk ingenieur en verzekeringsexperte de brand af van twee Vlaamse kerken, waaronder de kerk van Galmaarden.



Wij starten onmiddellijk vanaf het moment dat er een schadegeval is vastgesteld, zo zegt Verleyen. De verzekeringspolissen zijn daarbij onze leidraad. Eerst en vooral gaan we kijken om de veiligheid te waarborgen, de openbare veiligheid en de veiligheid in het gebouw. We gaan er ook onmiddellijk voor zorgen dat er geen bijkomende schade optreedt. In ons laatste kerkdossier hebben wij dadelijk een firma gecontacteerd om stabiliseringswerken uit te voeren. Op die manier hebben we nog de kerktoren kunnen stabiliseren en redden. Daarna zijn we van bovenuit met een acrobaataannemer de schade gaan opmeten aan de kerk. Nu hebben we daarvoor intern in ons expertisekantoor een drone ter beschikking , maar toen moest dat nog visueel gebeuren.”

Snelheid is dus cruciaal? “Inderdaad, in ons concreet voorbeeld, hadden wij die toren niet onmiddellijk kunnen stabiliseren dan was hij ingestort en verloren gegaan. Zo hebben wij ook het puin onmiddellijk kunnen ruimen om de onderliggende natuursteen te redden. Laat je dat twee weken liggen, dan is die vloer definitief verloren.”

Het is ook de taak van de verzekeringsexpert om de oorzaak van de brand na te gaan. Dus ook dat doet Sterius. “Soms is te ravage te groot om nog veel vast te stellen, maar we vinden altijd een zone waar de brand is ontstaan waar de brandontwikkeling het grootste is geweest, zegt Patricia Verleyen. We zien dat hoofdzakelijk op de manier waarop de muren zijn uitgeblakerd. In mijn twee concrete dossiers ging het om twee beschermde monumenten die werden getroffen door externe incidenten. Een was met carnaval en werden er vuurpijlen afgeschoten, de andere met een kermis. Normaal wordt enkel de volledige schadevergoeding uitbetaald als het gebouw wordt heropgebouwd, anders wordt enkel een percentage uitbetaald.”

Hoe begin je aan zo’n wederopbouw? “Er is altijd wel iemand die de kerk beheert en de inhoud er van vastlegt op foto’s, vergelijk het met een plaatsbeschrijving bij een huurcontract.”

De meest recente kerkbrand vond in Vlaanderen plaats in Anzegem. De verzekering keerde toen een premie uit van 7,5 miljoen euro. Een bedrag dat relevant is voor een doorsnee kerkgebouw. “Kerken zijn enorme bouwwerken met constructies die je niet kan heropbouwen met de gewone, moderne bouwbedrijven. Er zijn slechts enkele bedrijven die dat wel kunnen. Bij een kerk is het grootste probleem de droogtegraad van het hout. Eén kleine genster kan dan al voldoende zijn om een fataliteit te veroorzaken. Bij kerken gaat men nu meer en meer kijken om schachten te maken om de brandweer toe te laten water onder druk in het gebouw binnen te brengen. “ (Lees verder onder de foto)

Echt verbaasd over het debacle in Parijs is Patricia Verleyen niet. “Preventie naar de werken toe is het belangrijkste. Ook daar zijn we met Sterius als verzekeringsexperten bij betrokken. Werken met open vlam, een kortsluiting, alles is snel gebeurd. Er moet iemand verantwoordelijk zijn om de preventie op de werf op te volgen. Er zijn nu ook specialisten met acrobaten voor zowel controle als herstelling. Die acrobaten zijn eigenlijk alpinisten die ook op moeilijk toegankelijke plaatsen kunnen werken. Bij de Notre Dame hebben ze niet gekozen voor de grootste aannemer. Dat is ook een verantwoordelijkheid voor de aanbestedende overheid. Kies voor diegene met de meeste ervaring en de beste referenties.”

Synthese door Sterius:

Heropbouw moet in handen gelegd worden van vakmensen met ervaring in de materie: zowel de aanbestedende overheden/eigenaars, architecten en aannemers. De heropbouw kan jaren duren; in de eerste periode dienen oorzaak en verantwoordelijkheden onderzocht te worden, nadien wordt een debat gevoerd met desgevallend Monumentenbeheer en volgt verder onderzoek naar type en omvang van schade , uitvoeringstekeningen en stabiliteitsstudies. Pas dan kan het echte werk beginnen.