De familie Boas vliegt op een niet eerder geziene hoogte. Hun bedrijf Asco produceert complexe onderdelen voor vliegtuigen en die sector legt nog nooit eerder geziene cijfers voor. Samen hadden Airbus en Boeing eind 2016 nog 12.589 af te leveren bestellingen in hun orderboek staan. Ook de komende jaren wordt een jaarlijkse groei verwacht van om en bij 5 %. Asco zag zijn omzet vorig jaar stijgen van 391 naar 403 miljoen euro. De cash flow steeg van 52 naar 68 miljoen euro en de nettowinst verdubbelde van 11 naar 22 miljoen euro. De familie Boas ontvangt een dividend van 10 miljoen euro tegenover 4 miljoen in 2015. Het vermogen van de familie Boas stijgt van 208 naar 361 miljoen euro. De familie klimt van de 95ste naar de 57ste plaats in de ranglijst.
De verwachte groei in de vliegtuigsector is gemotiveerd door nieuwe “low cost” aanbieders, belangrijke uitbreiding van routes, wereldwijde economische groei en aanzwellende koopkracht. Het aantal vervoerde passagiers ligt op recordhoogte. Ook het goederentransport bereikt recordcijfers. Eén op vier uitgeleverde vliegtuigen gaat momenteel naar China. De productie van de populaire A320 voor Airbus en B737 voor Boeing ligt op nooit eerder geziene hoogtes. Die groei zorgt voor moeilijkheden bij de super grote modellen waar de toelevering van onderdelen het productieniveau niet kan volgen.
Toch staat het duopolie van beide constructeurs onder druk. China en Rusland werken momenteel de introductie af van nieuwe toestellen, respectievelijk de Comac C919 en de Irkut MC-21. Beide maken gebruik van Westerse technologie. In de sector van de regionale jets werken marktleider Embraer en het Japanse MRJ van Mitsubishi aan nieuwe modellen. Het huidige lage niveau regionale jets van 4 % op de volledige vloot moet daardoor terug stijgen tot 10 %. Asco wijst er tenslotte nog op dat in de militaire toestellen een sterke productietoename wordt verwacht van de zogenaamde Joint Strike Fighter, de Lockheed-Martin F-35.