EXCLUSIEF – Binnenkijken in de eilandvilla van Lilliane Bettencourt

De zaak Bettencourt vormde voor Netflix gesneden brood voor een korte docu serie. (Foto: Netflix)

De 70-jarige Françoise Bettencourt is als L’Oréal-erfgename de eerste vrouw ooit die een vermogen opbouwde van meer dan 100 miljard dollar. Het verhaal van Françoise Bettencourt wordt gedomineerd door de strijd met wijlen haar moeder Lilliane Bettencourt. Die strijd werd bekend als ‘L’Affaire Bettencourt’ en kreeg recent opnieuw aandacht in een driedelige Netflix docu. Centraal in het verhaal staat onder meer het eiland Arros in de Seychellen dat Lilliane Bettencourt kocht in 1997 en opnieuw verkocht in 2012. Arros ligt op ongeveer een uur vliegen van Mahé, het hoofdeiland van de Seychellen, een eilandengroep in de Indische Oceaan voor de oostkust van Afrika. Het eiland is volledig omringd door meer dan 4 kilometer witte koraalzandstranden. Zoals alles bij de familie Bettencourt was het gehuld in een mantel van discretie. Maar met De Rijkste Belgen kan u alsnog exclusief kennis maken met de villa’s op het eiland waar Lilliane Bettencourt verbleef samen haar huisfotograaf François-Marie Bannier, tot grote ergernis wat dat betreft van de dochter Françoise Bettencourt.

Eind 2007 overleed André Bettencourt, de echtgenoot van Lilliane Bettencourt en eigenaar van het cosmetica imperium L’Oréal. Lilliane Bettencourt hield er op dat moment al bijna 30 jaar lang een platonische relatie op na met de 25 jaar jongere Franse glamourfotograaf en praatjesmaker François-Marie Banier. De twee leerden elkaar in 1987 kennen bij een fotoshoot waarvan Liliane enorm tevreden was omdat Banier de eerste was die erin slaagde om van haar te tonen zoals ze echt was. Banier is homo en wordt de vaste vriend van Lilliane. Ze zou hem om en bij één miljard euro schenken. Hij kreeg ook het beheer over het eiland Arros. Wanneer ze Bannier wil adopteren als haar zoon, barst voor Françoise het hele dossier open. Ze trekt naar de rechter om haar moeder wilsonbekwaam te laten verklaren als gevolg van alzheimer. Daarbij wordt de hele vuile was van de familie uitgehangen, tot groot genoegen van de Franse media.



Maar over Arros wordt weinig bekend gemaakt. Ignace Meuwissen, expert in luxe vastgoed, wordt in 2012 aangesproken om een koper te zoeken voor het eiland. Maar gezien de politieke onzekerheid die het dossier op de Seychellen omringt, bedankt hij voor de opdracht. Het laat ons nu wel toe even mee te kijken naar de villa’s en gebouwen op het eiland. (Lees verder onder de foto’s)

Het eiland Arros is ongeveer 670 hectare groot en is een onderdeel van de Amirantes-groep. Het is op dat moment eigendom van Lilliane Bettencourt, samen met St Joseph Island, de grootste van de eilandatollen, aan de overkant van de lagune van D’Arros. Het biedt een exclusieve privéschuilplaats met een landingsbaan, prachtige tuinen, een overvloed aan tropisch fruit en een uniek verblijf. Het hoofdgebouw en de twee gastenverblijven zijn in 1978 gebouwd naar het ontwerp van de Franse architect Jacques Couelle. Bijzonder is het zwembad, dat in het huis begint en bijna tot aan het strand reikt. De faciliteiten omvatten het hoofdgebouw met 3 slaapkamers, 2 bungalows met 4 slaapkamers, een chalet met 4 slaapkamers, eethoek en keuken en to slot 2 nieuwe bungalows in Balinese stijl met elk 4 slaapkamers, keuken en eethoek.

In 2012 werd het eiland gekocht door de Save Our Seas Foundation, een non-profit organisatie uit Genève, Zwitserland, die van het eiland een natuurreservaat wil maken. Bettencourt kocht het niet ontwikkelde eiland D’Arros en een aantal naburige eilandjes in 1997 voor een bedrag van naar verluidt 18 miljoen dollar. “Voorheen genoot D’Arros geen enkele bescherming,” verklaart Rolph Payet, minister van Milieu en Energie van de Seychellen op het moment van de verkoop. “Iedereen kon daar doen en laten wat hij wilde, maar nu met de beschermde status onder de Nature Conservancy Act is er handhaving en toezicht op het atol.” Als onderdeel van de verkoop heeft Bettencourt ermee ingestemd om 8 miljoen dollar aan onbetaalde belastingen – het bedrag dat verschuldigd was en naar verluidt nooit betaald werd op het moment van haar aankoop in 1997 – over te maken aan de overheid van de Seychellen. De Zwitserse NGO, die het eigendom kocht via Chelonia Company Limited en de Zwitser Laurent Moser. Die laatste betaalde 10,5 miljoen aan zegelrecht en andere belastingen.

De verkoop van Bettencourt kwam er in het kader van ‘L’Affaire Bettencourt’, een groot belastingontduikingsschandaal in haar geboorteland Frankrijk. In 2011 werd de erfgename, die aan dementie lijdt, veroordeeld tot het betalen van bijna 133 miljoen dollar aan onbetaalde belastingen nadat niet-aangegeven rekeningen in Singapore en Zwitserland. Daarbij kwam ook de eigendom van D’Arros aan het licht.

De weduwe Bettencourt bleef verbitterd achter. “Mijn dochter had ook geduldig op mijn dood kunnen wachten in plaats van alles te doen wat ze kon om ze te versnellen.” zo zei ze daarover later. Ze stierf uiteindelijk in 2017. Na haar dood keerde de rust in de familie terug. Samen met haar zonen Jean-Victor Meyers en Nicolas Meyers zetelt Françoise Bettencourt mee in de raad van bestuur van L’Oréal. Ze houdt zich naar verluidt ver weg van de operationele leiding van het concern. Dat het vermogen van Françoise Bettencourt Meyers nu de kaap van 100 miljard dollar heeft gerond, heeft te maken met de koers van het cosmetica-imperium L’Oréal. Dat steeg vorig jaar met 35 %. Aanleiding was het feit dat consumenten na de pandemie opnieuw geld gingen uitgeven aan cosmetica en aanverwante artikelen. Tijdens de pandemie was de waarde van het bedrijf stevig gezakt. Analisten voorspellen dat er voor 2024 nog een waardestijging van zo’n 12 procent mogelijk is, omdat L’Oréals klantenbasis geografisch goed gediversifieerd is en het productengamma veel variatie vertoont.

De familie Bettencourt beheert haar fortuin via de holding Téthys, waarvan Françoise Bettencourt voorzitter is. Haar echtgenoot Jean-Pierre Meyers is de ceo. Het echtpaar richtte in 2016 een dochterbedrijf op, Téthys Invest, dat investeert in niet-concurrentiële bedrijven voor L’Oréal. Die investeringen gebeuren grotendeels met dividenden die de familie ontvangt van L’Oréal.