Het onderzoek van drie economen, Laurent Bach, Laurent Calvet en Paolo Sodini, leert dat de 0,01 procent rijkste gezinnen jaarlijks een gemiddeld reëel rendement van 10,4 procent op hun vermogen halen. Een doorsnee gezin haalt slechts een groei van 4,2 procent. De reden voor dat verschil is volgens de studie eenvoudig: bij de rijksten lopen risicovolle aandelen op tot liefst 95 procent van het vermogen, terwijl dat bij het gemiddeld gezin maar 21 procent is. “Een van de redenen waarom de rijksten zo veel risico kunnen nemen, is net omdat ze zo rijk zijn”, zo wordt Laurent Bach, professor aan de Stockholm School of Economics geciteerd. “Ze hebben genoeg aan “zakgeld” om hun dagelijkse kosten te dekken en kunnen hun kapitaalwinsten rustig laten aandikken, zelfs als er een tijdelijke terugval op de financiële markten is. Arme mensen hebben die luxe niet. Zij hebben hun geld nodig om te consumeren, hun hypotheek af te betalen of hun kinderen naar school te sturen.”
Deze site maakt gebruik van cookies, zodat wij je de best mogelijke gebruikerservaring kunnen bieden. Cookie-informatie wordt opgeslagen in je browser en voert functies uit zoals het herkennen wanneer je terugkeert naar onze site en helpt ons team om te begrijpen welke delen van de site je het meest interessant en nuttig vindt.