Het ging er hard aan toe gisteren in de Brusselse arbeidsrechtbank. Eén jaar na zijn overlijden zeggen de kinderen van wijlen Belgacom-topman Didier Bellens dat hun vader recht heeft op een geheel aan ontslagpremies en vergoedingen van 11 miljoen euro. Volgens hun stelling was Bellens een werknemer van Belgacom, nu Proximus, die ten onrechte wegens zware fout is ontslagen. Volgens de advocaten van Proximus was Bellens daarentegen geen werknemer maar werkte hij als zelfstandige. Nog volgens de tegenpartij was Bellens een man wiens dorst naar geld niet was te stoppen.
Eén van de centrale punten bij het statuut van werknemer is het bestaan van een hiërarchische band. De advocaten van Bellens proberen het bestaan van die band aan te tonen door onder meer mail verkeer in te brengen tussen Bellens en de toenmalige Belgacom voorzitter Theo Dilissen. Die fluit Bellens daarin terug, onder meer wat betreft de omstreden herbenoeming van zijn assistente Concetta Fagard. De advocaten eisen een ontslagpremie plus vergoedingen, onder meer voor de twee bedrijfswagens die Bellens ter beschikking had, één Audi voor privé-gebruik en een BMW met chauffeur.
Volgens de tegenpartij was Bellens enkel uit op steeds meer geld. Volgens hen was er geen hiërarchische band en deed Bellens zijn eigen zin. Ze verwijzen dan opnieuw naar de benoeming van Concetta Fagard, de omstreden verkoop van Belgacom-vastgoed aan de groep Immobel en de politieke uithalen naar de Brusselse regering en Elio Di Rupo.
