Het geld van Khaddafi staat vast bij vier banken. Euroclear regelt het internationale geldverkeer tussen banken en blijkbaar dus ook de bewegingen op de Khaddafi fondsen. Van Euroclear wordt gezegd dat het sterk wordt gevolgd door Amerikaanse inlichtingendiensten. Officieel komen de interesten en dividend terecht bij de Libyan Investment Authority (LIA), een overheidsfonds dat in 2006 werd opgericht om de oliemiljarden van Khaddafi te beleggen.
Probleem is dat niemand weet wie LIA momenteel controleert. Er zijn twee voorzitters van het fonds en twee raden van bestuur. Eén situeert zich in Tripoli en wordt gesteund door de Verenigde Naties, het tweede in de havenstad Tobroek en is in handen van het Libische leger. De nieuwswebsite Politico zocht het verhaal uit maar kreeg nergens bevestiging van wie welke fondsen incasseert. Het kabinet van minister van Financiën Johan Van Overtveldt zegt dat het uitbetalen van die interesten alvast niet onwettelijk is. Bedoeling is wel dat die fondsen worden gebruikt voor de heropbouw van Libië.
Prins Laurent, broer van koning Filip, eist 38 miljoen euro van Libië
LIA beheerde ooit meer dan 67 miljard euro voor Khaddafi. Politico kon mails inzien waaruit blijkt dat het bevroren vermogen momenteel 16 miljard euro bedraagt. De uitbetalingen lopen in de tientallen miljoenen en passeren over Luxemburg en Zwitserland. Ondertussen liggen de schuldeisers van Libië op de loer. Eén van hen is prins Laurent, de broer van koning Filip. Laurent sloot met de Libische staat een contract af voor herbebossing dat zou worden uitgevoerd door één van zijn vzw’s. Dat contract werd echter nooit gehonoreerd. Een rechtbank veroordeelde Libië tot betaling van 38 miljoen euro. Libische ambtenaren zeggen dat er vroeger al in een minnelijke schikking 400.000 euro werd betaald. Maar ook van dat geld is geen spoor meer terug te vinden.