De financiële crisis in Turkije maakt ook Belgische slachtoffers. Eén van de belangrijkste daarvan is het West-Vlaamse extrusiebedrijf Deceuninck dat ramen en deuren maakt in kunststof. Deceuninck beschikt over productiecapaciteit in Turkije en investeerde fors in het land van Erdogan. De val van de Turkse lira speelt sterk in het nadeel van Deceuninck. De koers van het aandeel daalde met één derde van 3 tot 2 euro. CEO Francis Van Eeckhout controleert bijna 30 % van het bedrijf. Hij ziet zijn vermogen met 26 miljoen euro terugvallen van 85 naar 59 miljoen euro.
Tot vandaag hield Van Eeckhout zich sterk wat Turkije betreft. “Turkije is een goed land om in aanwezig te zijn.”, zei hij enkele dagen terug nog in de financiële pers, “Ik zie nog geen tekenen van een economische crisis. Ik heb nog maar net de laatste cijfers over de bestellingen in Turkije gezien: die zijn nog altijd normaal. Ik ben niet in paniek. Onze omzet en winst stijgen al jaren in Turkije. Het is gewoon een land waar je moet weten hoe je op de golven moet surfen.” Deceuninck haalt 200 miljoen euro omzet in Turkije. Maar ondertussen verergert de situatie er snel. Een tweet van de Amerikaanse president Trump, waarin hij stelde meer handelssancties tegen Turkije te nemen, maakte de zaak alleen maar erger.
Ook het siliconenbedrijf Soudal van Victor Swerts heeft te lijden onder de Turkse crisis. Soudal besliste alvast geen producten meer uit te voeren naar Turkije met zijn goedkope lira. Bij de banken is BNP Paribas de grootste risicoloper inzake blootstelling aan Turkije. Deceuninck is trouwens nog niet uit de problemen met de lira. Ook een harde Brexit kan het bedrijf klappen uitdelen. Moeilijke tijden dus voor Francis Van Eeckhout.