De Kempense bouwgroep Van Roey, in handen van de gelijknamige familie, is mee oprichter van de nieuwe vennootschap BE-Mine Mijnbelevingscentrum. Ze is er in het gezelschap van haar collega Democo, eigendom van de Limburgse families Demot en Houben, de Limburgse Reconversiemaatschappij en de ook al Limburgse ondernemer Edgard Troonbeeckx. Ze moeten er samen in slagen één van de oudste Limburgse dossiers vlot te trekken: de lancering van het Mijnbelevingscentrum op de vroegere koolmijn van Beringen. Dat centrum moet als sluitstuk van de toeristische reconversie een totaalbeeld geven van de vroegere mijnindustrie. Het dossier werd al opgestart in 2004 maar raakte tot op vandaag niet vergund. Nu lijkt dat wel te gebeuren. Indien het centrum in 2024 zijn deuren kan openen, moet het jaarlijks 100.000 toeristen ontvangen.
De provincie Limburg en de stad Beringen moeten het nieuwe mijnmuseum uitbaten. De mijn van Beringen sloot 32 jaar terug de deuren van de mijnliften. Precies een virtuele lift van bijna 800 meter diep moet één van de koninginnenstukken worden van het project. Het moet de bezoeker virtueel meenemen in de ondergrond van de steenkoolmijn. Wie uit de lift stapt, komt op een mijnwerkerspad terecht dat leidt doorheen het hele steenkoolgebeuren. Ook het waterkasteel, de koeltoren en watertorens zijn mee opgenomen in het project dat in totaal 38.000 m² vloeroppervlakte telt. Iets meer dan 22 miljoen euro heeft de provincie bijeengebracht, waarvan 11,8 miljoen van de provincie zelf en voor de rest bijdragen van SALK, de stad Beringen, be-Mine, Toerisme Vlaanderen en Europa. Er waren drie kandidaten in de running voor het project. De combinatie Democo-Van Roey haalde het dus.