De familie Dreesmann gaf haar naam aan de distributieketen Vroom & Dreesmann, opgericht in 1887 en later afgekort tot V&D. In 1995 werden de stichtende families Vroom en Dreesmann oncontroleerbaar groot en kon het bedrijf niet meer gestuurd worden. Als oplossing werd gekozen voor een introductie op de beurs. Familiale aandeelhouders konden dan hun aandelen te gelde maken. Dat bleek net op tijd te zijn. Vanaf dan ging het stil maar steeds achteruit met de groep die in 2015 failliet werd verklaard. De familie Dreesmann had toen het zinkende schip al lang verlaten. Volgens het magazine Quote weegt de familie nu 1,8 miljard euro, goed om de vierde rijkste familie in Nederland te zijn. Marc Dreesmann beheert een belangrijk deel van het familiaal vermogen vanuit zijn kasteel-villa in Brasschaat waar hij zich als Nederbelg ver weg houdt van de Nederlandse fiscus.
Aan het einde van de 19e eeuw waren Willem Vroom en Anton Dreesmann twee succesvolle zakenmannen in Amsterdam. Beiden hadden manufacturenzaken en waren streng rooms-katholiek. Ze raakten bevriend en werden zakenpartners. Vroom trouwde in 1883 met Cisca Tombrock, een zuster van Helena Tombrock, de vrouw van Dreesmann, waardoor de zakenpartners meteen ook aangetrouwde familie werden. In 1887 openden ze hun eerste winkel in Amsterdam. Het aantal winkels groeide snel. De groep profileerde zich daarbij als uiterst katholiek. Zo werden naast een aantal winkels ook internaten ingericht waar de winkeljuffrouwen konden overnachten. Dat versterkte de controle. Kerkbezoek was meteen ook verplicht.
In 1995 stond met Anton Dreesmann de derde generatie aan het roer van de groep. Maar wanneer Anton door ziekte werd geveld, vond de familie geen consensus voor een nieuwe bedrijfsleider uit de vierde generatie. De groep werd naar de beurs gebracht, een operatie die de familieleden op termijn globaal 3,5 miljard euro opbracht. Wanneer de distributeur in 2015 kapseisde, waren de familiale aandeelhouders al lang vertrokken.
Marc Dreesmann woont ondertussen verscholen in de bossen nabij het Fort van Brasschaat. Van daar uit houdt hij toezicht op het familiaal investeringsvehikel Commonwealth Investments. Dat fonds nam in 2014 Rabo Capital over dat onder meer belangen heeft in beveiligingsbedrijf BouWatch, ICT-onderneming OpenLine, opleidinginstituut Luzac en een slachterijbedrijf van pekingeenden. In 2018 kocht het fonds ook een belangrijke vastgoedportefeuille over van Rabobank.
