Robespierre: Iedereen baron !

Wie mij kent, weet dat ik niet van adellijke titels hou. In onze strijd tegen het Ancien Régime werden die gehalsrecht. Nu niet meer. Integendeel. In België worden elk jaar nog nieuwe adellijke titels toegekend. Sommige zelfs erfelijk. Adellijke titels waren lang een zaak van de koning. En van hem alleen. Dat was zo van in de middeleeuwen tot in de jaren ‘80 van de vorige eeuw. Leenheren betaalden een oorlogsbuit aan de koning en werden tot ridder geslagen. Met een stuk grond veroverd op de vijand er bovenop. Inclusief de lijfeigenen. En de schapen.



De wereld verandert en de koningen ook. De adellijke benoemingen werden een politiek instrument. Koning Boudewijn stelde met pijn in het hart vast hoe de Vlaamse industriëlen zich verenigden in het Vlaams Economisch Verbond en hun rug toekeerden naar het gezag van de federale staat. Net zoals in de middeleeuwen kon de koning een leger sturen naar de opstandige gebieden om de leenheren tot de orde te roepen. Maar dat werkte al lang niet meer. Eerst werd gezocht naar extra belastingen voor de opstandige leenheren. Maar dat werkte ook niet echt optimaal en leidde enkel tot meer corruptie. Dus werden het adellijke titels. Koning Boudewijn riep elk jaar wel enkele Vlaamse topindustriëlen uit tot baron. Tot ergernis en soms woede van Vlaamse politici zoals Hugo Schiltz. Verraad! riep de Antwerpse Volksunie advocaat wanneer weer eens op de nationale driekleur dag nieuwe Vlaamse baronnen werden geboren. Maar de koninklijke strategie werkte. De ijdelheid haalde het van de politieke nuchterheid. De titel van baron werd een gegeerd goed onder vermogende Vlamingen.

De Vlaamse christen-democraat Renaat Van Elslande kon het niet langer aanzien en lanceerde als minister van buitenlandse zaken een raad die zich moest buigen over de toe te kennen nieuwe adellijke titels. Van Elsande, zoon van een West-Vlaamse katholieke onderwijzer en overtuigde KSA’er, werd minister van staat en weigerde later een federale staatsbegrafenis. Door hem zag de koning zijn capaciteit voor de benoeming van nieuwe baronnen beperkt tot pakweg twee per jaar. Ook hier speelde de markt. De vraag bleef, het aanbod daalde, dus steeg de prijs.

Jean-Luc Dehaene vertelde minachtend hoe industriëlen via sluikse weg op zijn kabinet kwamen pleiten om op de lijst te komen van adellijke benoemingen. Dat verhinderde Dehaene niet om zelf bestuurder te worden van de biergigant AB Inbev, omringd door hoofdzakelijk collega’s met adellijke titels. En voorzien van een royale vergoeding. Noblesse oblige.

Eén van die ontsporingen was de benoeming in 2014 van de Congolees-Belgische financier George Forrest tot grootofficier in de Leopoldsorde. Forrest was de man die rijk werd met mijnactiviteiten in Katanga. En met andere dingen. Hij kreeg geen adellijke titel, hoe hard hij ook probeerde. En hoeveel hij ook betaalde. Dat ging als volgt.

Uit gerechtelijke dossiers blijkt dat de zakenman George Forrest 95.000 euro betaalde om tussen te komen bij koning Albert II. Forrest mikte op een erfelijke titel van baron maar moest tevreden zijn met twee ridderordes. George Forrest gaf zijn 95.000 euro in 2011 aan Jean-François Étienne des Rosaies, zo wist de Franse krant Le Monde te melden. Deze laatste schakelt op zijn beurt François de Radigues in. De Radigues is een goede vriend van koning Albert II, samen maakten ze lange motortochten. Des Rosaies is ook een vertrouweling van de toenmalige Franse president Sarkozy. Het ongeluk voor Forrest wou dat des Rosaies ook de discrete lobbyist was die de omstreden afkoopwet voor de Kazak Patoh Chodiev er door moest krijgen in België. Chodiev werd in Frankrijk beschuldigd van corruptie en zocht een weg uit die gerechtelijke vervolging. Hij vond die in België op advies van Sarkozy bij wijlen Armand De Decker, de Franstalige liberale voorzitter van de senaat en notoir vrijmetselaar. De Decker arrangeerde de afkoopwet voor criminele vervolging. Chodiev was de eerste die er van kon genieten. Later incasseerde De Decker 740.000 euro. Volgens het parket een corrupte beloning voor bewezen diensten betaald door Chodiev. Volgens De Decker zelf een ereloon voor als advocaat geleverde prestaties. Het was in het gerechtelijk onderzoek rond Kazachgate dat de afkoop van adellijke titels naar boven kwam.

In 2010 wordt George Forrest door koning Albert II in audiëntie ontvangen. In juli 2012 wordt hij commandeur in de Leopoldsorde. Niet genoeg voor Forrest. Volgens Le Monde wordt François de Radigues een tweede keer op pad gestuurd nu met 95.000 euro. Maar de handen van Albert II zijn gebonden. Hij krijgt het advies niet twee jaar na elkaar dezelfde man te adelen. Forrest moet wat geduld hebben. In april 2014 wordt hij grootofficier in de kroonorde. Uitgereikt door koning Filip. Wanneer de pers één en ander op een rijtje zet, wordt George Forrest boos. In een mededeling ontkent hij dat hij ook maar enigszins betrokken is bij dossiers die gelieerd zijn aan Kazachgate. “Behalve in de krantenartikels in kwestie, kan er geen link gelegd worden met voornoemde zaak. Er is er dan ook geen. Mijnheer Forrest kan niet in verband worden gebracht met Kazachstan, met de Belgisch wetgeving inzake de minnelijke schikking in strafzaken en met de zakenmannen die in dit dossier worden genoemd.” zo klinkt het in een persbericht. De woordvoerder van Forrest spreekt van “grove, ongegronde amalgamen”.

Forrest behoudt zich het recht voor “alle noodzakelijke maatregelen en initiatieven te nemen tegen wie in dit dossier verwarring wil creëren, ondanks het bewijs van de feiten.” De zakenman benadrukt nog dat hij nooit om een adellijke titel gevraagd heeft. “Hij heeft dan ook nooit iemand de opdracht gegeven of betaald om in zijn naam stappen in die richting te ondernemen.” Insiders zeggen beter te weten. Volgens anonieme bronnen was de politieke druk in de Forrest-case een belangrijke reden voor het ontslag van Jan Grauls uit de raad voor de adel. Grauls was een topdiplomaat en was van 1994 tot 1997 adjunct-kabinetschef van de koning en nadien diplomatiek adviseur van prins Filip. In 1986 werd hij zelf baron volgend op de erfelijke titel die zijn vader kreeg toegewezen.

Diezelfde anonieme bronnen zeggen dat er netwerkverbanden lopen tussen de Koning Boudewijnstichting, de stichting die de Sint-Goedele kathedraal beheert en de raad voor adel. Wie voor het ene betaalt, krijgt het andere. Andere bronnen stellen dat het ene helpt voor het andere maar niet doorslaggevend is. De beste manier om dit anachronisme de wereld uit te helpen zou zijn dat iedereen die een adellijke titel kreeg aangeboden daarvoor vriendelijk zou bedanken. Maar dat is ongetwijfeld te naïef. Daarom ziet Robespierre maar één alternatief. Maak alle Belgen meteen baron. Buiten diegene misschien die veroordeeld zijn voor moord en doodslag. Iedereen gelijk voor de wet dus. Tenzij ook misschien buiten diegene die al een eremedaille van de Vlaamse Gemeenschap kregen. Die zijn eigenlijk al geadeld. Al is er niemand die dat weet.