De taks op de effectenrekening of de intrede van de vermogensbelasting

Het Zomerakkoord van de regering heeft een winter voor de beleggers gecreëerd. Iemand met een effectenrekening waarop voor meer dan 500.000 euro aandelen en obligaties staan moet voortaan 0,15 % effectentaks gaan betalen. Samen met de andere belastingen op het spaargeld kan de fiscale druk op het beleggersinkomen oplopen tot 65 % …



De belasting op effectenrekeningen wordt geheven op cash, aandelen, obligaties, beleggingsfondsen en gemeenschappelijke beleggingsfondsen. De banken zullen elke maand de waarde van de effectenrekening bepalen. De belasting wordt berekend op de gemiddelde waarde over 12 maanden en is van toepassing op de totaliteit van alle effectenrekeningen samen, ook de buitenlandse.

In plaats van het bedrag te belasten dat boven op het limietbedrag van 500.000 euro uitkomt, heeft men nu bepaald dat wie meer dan dat bedrag op zijn effectenrekening heeft, een taks van 0,15 % op het volledige bedrag moet betalen.

De nieuwe maatregelen gaan in vanaf 2018. Houders van effectenrekeningen dienen zich af te vragen of de gecumuleerde fiscale druk hen eigenlijk niet teveel wordt. De totale fiscale druk op het beleggersinkomen stijgt al snel tot 55% en zelfs 65% afhankelijk van de beleggersstrategie en het land waarin de effectenrekening wordt aangehouden (gebalanceerd in België 55%, dynamisch in Zwitserland 65%).

Dit nieuws slaat in als de bliksem uit een donderwolk aan de beleggershemel.

Taksen hier, taksen daar, taksen overal …

Wie had dat gedacht?

Dit komt immers omdat de taks op de effectenrekening niet de enige belasting is die op uw beleggingen wordt geheven. De roerende voorheffing is gestegen van 15% naar 30% (een verdubbeling in 5 jaar tijd).

De meerwaardetaks op obligatiefondsen (ook wel Reynderstaks genoemd) werd reeds tien jaar geleden ingevoerd. Ondertussen is het tarief verhoogd van 15 % naar 30 % en werd de belastingbasis verbreed naar alle fondsen met minstens 25 % obligaties in portefeuille! Met al die stijgende belastingen voor ogen rijst onmiddellijk de vraag hoeveel de taks op de effectenrekeningen, een onverbloemde vermogensbelasting, dan zal bedragen over 5 jaar?

Ook de beurstaks stijgt

De beurstaks op aandelen stijgt van 0.27% naar 0.35%; en die op obligaties van 0.09% naar 0.12%. Die taks is ook van toepassing op beleggingsfondsen met minder dan 25% obligaties. De jaarlijkse fiscale druk zal dus gemiddeld, minstens, stijgen naar 0,19 % op een portefeuille met een gebalanceerd beheer en naar 0,29 % op een portefeuille met een dynamische beheer. In dit verband werd ook hier het plafond van de beurstaks opgetrokken van 2.000 euro naar 4.000 euro per transactie.

De beurstaks is voor de particuliere belegger van toepassing op elke aan- en verkoop van aandelen en obligaties. Als men bovendien wil switchen van fonds (van defensief naar een offensief bv) is men onderworpen aan de beurstaks.  Wie zo’n switch via bancaire fondsen doet, ontsnapt niet aan de beurstaks. Fondsen, daarentegen, die aandelen kopen en verkopen betalen deze taks niet. Om de kost van beurstaks te besparen, moet men met andere woorden bereid zijn het beheer van de aandelen-portefeuille uit handen te geven.

Fiscaal venijn

Een belangrijke fiscale aderlating voor de belegger, die vaak uit het oog wordt verloren, is het feit dat er geen recuperatie is van de buitenlandse bronbelasting op dividendinkomsten van aandelen van buitenlandse ondernemingen (meestal ook +/- 30%). (Lees verder onder foto)

Ondermaats rendement

Naast de hoge fiscaliteit kampt de effectenrekening dikwijls met een laag bruto-rendement door verborgen kosten in interne collectieve beleggingsfondsen, door een gebrekkige selectie en opvolging van externe beleggingsfondsen en door een ingebakken belangenconflict in direct vermogensbeheer. Dat laag bruto-rendement wordt dan nog verder afgeroomd door hoge inkomstenbelastingen.

Kleine vrijstelling voor dividenden op aandelen

De regering voorziet in het Zomerakkoord een doekje voor het bloeden. Op de eerste schijf van 627 euro dividendinkomsten van aandelen op alle effectenrekeningen samen is geen 30 % roerende voorheffing verschuldigd; m.a.w. een voordeel van maximaal 188,10 euro … Dit lijkt ons eerder een spreekwoordelijke pleister op een houten been. Bovendien moet dit voordeel teruggevorderd worden via de aangifte in de personenbelasting.

Waar kan men nog heen?

De klassieke ontsnappingsroutes werken nu al niet in de praktijk. Openen van meerdere effectenrekeningen of uitwijken naar het buitenland heeft geen zin. Het is dus aan te raden om de “vrijstellingen” te gebruiken die expliciet zijn voorzien in het zomerakkoord: zoals daar zijn overstappen in niet-beursgenoteerde aandelen, pensioensparen en levensverzekeringen.

Vrijstelling voor levensverzekeringen

Levensverzekeringen en pensioenspaarfondsen zijn expliciet vrijgesteld van de taks op de effectenrekening. Ook niet-beursgenoteerde aandelen zijn vrijgesteld want het bepalen van een objectieve marktwaarde is zeer moeilijk.

Wie belegt in een verzekeringen betaalt 2 % premiebelasting op elke storting en daarna betaalt men geen belastingen meer. Als men bovendien wil switchen tussen een defensief fonds naar een offensief fonds, vermijdt men met een verzekeringsvehikel de beurstaks. Dynamische fondsenbeleggers die regelmatig van het ene naar het andere fonds overstappen, opteren dan ook best voor een vermogensverzekering

Door gebrek aan transparantie en belangenconflict is het niet eenvoudig om zonder juiste begeleiding de juiste vermogensverzekering af te sluiten

Alleen de vermogensverzekering van het type Tak 23 biedt, op papier, een manier om te komen tot een hoger netto rendement. Op papier want door gebrek aan transparantie en belangenconflict is het niet eenvoudig om zonder juiste begeleiding de juiste vermogensverzekering af te sluiten. In ruil voor een éénmalige premietaks van 2% (en verschillende verzekeraars zijn bereid om die  zonder kosten voor te schieten en te recupereren over 5 jaar) kan men in 2017 via de juiste vermogensverzekering met een flexibele successieplanning volledig vrijgesteld worden van inkomstenbelastingen, beurstaksen, Kaaimantaks en de nieuwe vermogensbelasting. Zodoende vermindert het totale kostenplaatje onmiddellijk en verdubbelt het netto-rendement na de recuperatieperiode.

Noodzaak juiste begeleiding

Voor een belegger is het moeilijk om door het bos nog de bomen te zien. Vermogensplanning is een belangrijke materie die onafhankelijk fiscaal-juridisch expertadvies en opvolging vereist. Vermogensverzekeringen zijn een complexe materie met een ganse waaier aan keuzemogelijkheden. Kiest men voor een Belgische of een Luxemburgse verzekering? Direct beheer of externe fondsen? Welke beheerders? Welke fondsen? Aan welke prijs en voorwaarden? Aansluiting van het beleggingscomponent aan het vermogensplanningscomponent? Welke opvolging?

De belegger is het best gediend door een onafhankelijke bemiddelaar die zich uitsluitend toelegt op vermogensverzekeringen en die dus geen andere verzekeringen, financieringen of vastgoedbeleggingen aanbiedt om belangenconflicten te vermijden. Idealiter is deze onafhankelijke bemiddelaar ook goed geïntroduceerd bij de onafhankelijke specialisten om de klant te begeleiden bij zijn vermogensplanning en weegt hij voldoende zwaar om bij de verzekeraar de beste voorwaarden te onderhandelen

Waarom nog in 2017?

Het belangrijkste argument pro levensverzekeringen na het Zomerakkoord is dat deze niet onderhevig zijn aan de taks op effectenrekeningen. Als u geld stort in een beleggingsverzekering, komt dat niet op een effectenrekening terecht. Beleggen in Tak23 producten is niet alleen veel aantrekkelijker, het is simpelweg ook eenvoudiger.

Wie voor het einde van dit jaar nog instapt in een vermogensverzekering geniet onmiddellijke vrijstelling van roerende voorheffing (30%) en ondervindt geen impact van de beurstaks (0.19% tot 0.29%).

Door het toenemend verschil tussen de fiscale belasting van effectenrekeningen en levensverzekeringen zal de druk toenemen om de premietaks op nieuwe contracten vanaf 2018 te verhogen. Waarom uitstellen en dure risico’s nemen?

Werner Niemegeers

Fiscaal Advocaat