Michel Van den Brande: gevlucht voor fiscus en vriendin

Vd Brande Michel_detailWoensdagmorgen 24 februari. TV-ondernemer Michel Van den Brande, eigenaar van stellingbedrijf Kontrimo, heeft een afspraak met zijn belastinginspecteur. Het wordt een slecht gesprek. Dat komt bovenop de breuk met zijn vriendin. Van den Brande besluit dat het tijd is om te vertrekken. Hij laadt de koffer van zijn BMW vol eten en vertrekt. Na vier dagen dolen door Nederland keert hij terug. Hij doet nu zijn verhaal in verschillende kranten.



“Ik voelde me al twee weken langzaam leeglopen. Op het werk zit ik met een hoop problemen nadat een kraan op een werf tegen een gevel kantelde. Ik werk zeven dagen op zeven, maar steeds meer krijg ik het gevoel dat dat voor niets is. Alleen de fiscus lijkt er beter van te worden. En al dat geld wordt dan ook nog eens besteed aan zaken waar ik niets van begrijp: als ik zie in welke luxe de vluchtelingen op het ponton in Gent gehuisvest worden en ik vergelijk dat met wat mijn tante in het rusthuis van Temse krijgt: dat slaat echt nergens op. Ook de bekendheid die ik kreeg door ‘The Sky Is The Limit‘, heb ik onderschat. Je wordt overal herkend op straat en dat geeft een enorme druk.” Daarboven op kwam de stukgelopen relatie met zijn vriendin Sofie. “Toen zij me vorige week buitensmeet – volledig terecht trouwens – ben ik gekraakt. Ik liet me gaan, maar besloot ook om geen alcohol meer te drinken. Ik weet uit ervaring dat mensen onder invloed pas echt domme dingen gaan doen. Toen mijn broer 35 jaar geleden zelfmoord pleegde, had hij eerst twee flessen cognac gedronken.”

“Ik had ’s morgens nog een afspraak gehad met iemand van de belastingen. Daarna vond ik het tijd om spoorloos te verdwijnen.” zo zegt de ondernemer in Het Laatste Nieuws. Van den Brande reed door Nederland, vermeed de hoofdwegen en stopte enkel in kleine steden. Hij reed 1.800 kilometer in vier dagen tijd.

Volgens van den Brande heeft de slaap hem gered om uit het leven te stappen. “Vrijdag zou mijn D-day worden, de dag van de bevrijding, zo vertelt hij. De dag dat ik er een eind aan zou maken. Ik checkte in in een hotel in Groningen, waar ik een vals telefoonnummer opgaf. Eerst ben ik nog Chinees gaan eten en rond 22.30 uur ben ik naar mijn kamer gegaan. Ik had Medrol meegenomen, een zwaar medicijn. In de badkamer deed ik de pilletjes in een beker, waarna ik nog even op bed ging liggen. Daar viel ik in slaap.”

In zijn slaap kreeg Van den Brande naar eigen zeggen een visioen van zijn overleden broer. “Ik zag alleen zijn gezicht met een witte schijn er rond. ‘Lompe kloot!‘, vertelde mijn broer. ‘Je kunt hierboven niets komen doen. Ik en de anderen die ook zelfmoord hebben gepleegd: we hebben allemaal spijt. Durf niet, hé! Ik heb twee dochters en jij bent peter van één van hen. Je bent haar tweede vader. Je kan hen niet in de steek laten.’ Toen ik ’s morgens wakker werd, was de beker leeg en zaten de pilletjes opnieuw in het potje. Het klinkt misschien allemaal ongeloofwaardig, maar zo is het gebeurd.” Van den Brande nam nog een douche, verorberde een ontbijtje en keerde terug naar Blankenberge.