Shared value of duurzame meerwaarden. Dat is waar topvoetballer Vincent Kompany op mikt. In een gesprek met de krant De Tijd omschrijft hij zichzelf als de voetballer die zijn tweede leven het best van allemaal heeft voorbereid. En precies dat interview is een onderdeel van die voorbereiding. Kompany stelt zichzelf voor als de bedrijfsleider van zijn communicatiebedrijf Bonka Circus. Op de vraag waarom hij een interview geeft, antwoordt hij: “Ik geloof in structurele betrokkenheid, daar worden bedrijven sterker van. Ik hoop dat bedrijfsleiders bereid zijn om er samen over na te denken. Laat ons het concept samen verfijnen. Als dominante bedrijven voor shared value gaan, zal de rest volgen. Ik geloof dat we met Bonka Circus bedrijven kunnen helpen een relevant terrein te kiezen waarop ze shared value kunnen creëren. En ik geloof dat die bedrijven daar beter van zullen worden, en de samenleving ook.” We geven u graag nog enkele opmerkelijke ideeën mee van een gedreven voetballer-denker.
Over supporters die vooral willen dat hun club wint.
Kompany: “Dat is een populair idee, maar een misvatting. In de Duitse tweede klasse zijn er ploegen die al jaren op de sukkel zijn en elke week voor 40.000 man spelen. Dat is ownership. Dat valt niet alleen in aandeelhouderswaarde te meten. De Rode Duivels hadden een nationaal, verbindend symbool kunnen worden in een land waar een elektrische geladenheid hangt, waar je met een explosieve situatie zit. Ik geloof in structurele betrokkenheid, daar worden bedrijven sterker van.”
Over risico’s nemen.
Kompany: “Ik heb altijd ingepeperd gekregen dat ik door mijn afkomst dubbel zo hard zou moeten werken om ergens te raken. Ik snap niet dat zoveel mensen in hun leven afstappen van het idee dat ze meerdere dingen kunnen doen. Schoenmaker blijf bij uw leest, is een populair advies in België. Ik zou iedereen afraden dat op te volgen. Het is nonsens. Ik ben de eerste op de club, en de laatste die weer weggaat. Ik ben de meest gepassioneerde voetballer die je ooit zal ontmoeten, maar ik laat mezelf ook toe om met andere dingen bezig te zijn.”
Over ondernemen in Brussel.
Kompany: “’Het is in ons voordeel dat we in Kinshasa zijn begonnen. Iets ondernemen in Brussel is niet veel minder moeilijk, laat het me zo stellen. De complexiteit van het Brusselse politieke landschap staat veel in de weg. Dat is geen kritiek op politici. Ik stel gewoon vast dat het heel moeilijk is om een grootschalig, positief project op poten te zetten dat niet vanuit de politiek zelf start. Dan moet je met 19 gemeenten aan tafel, die een verschillende kleur of taal hebben. Zelfs voor mij is het moeilijk, als geboren en getogen Brusselaar. We moeten heel veel grenzen oversteken om in heel Brussel aanwezig te zijn. We gaan die uitdaging met vertrouwen aan, maar dat vergt tijd.”
Over politiek.
Kompany: “Ik heb 0,0 interesse in politiek. Je mag me er geld bijgeven, ik stap er niet in. Ik wil niet op mijn knieën moeten gaan voor stemmen of mijn ideeën versimpelen. Nu geef ik mijn mening en als mensen het niet eens zijn, verandert dat niets aan mijn dag. Ik wil wel wegen op hoe politici denken. Dat is een ambitie. Ik ben een beweger, een motivator, ik wil passie overbrengen, maar ik ben geen politicus.”
Bron: De Tijd, 19/03/2016
