Woningbezit trekt Belgische vermogensongelijkheid stukje rechter

10 % van de Rijkste Belgen controleert 42% van alle Belgische vermogens. 12 % van het Belgische vermogen is in handen van de 1 % Rijkste Belgen. In vergelijking met andere rijke landen is die Belgische vermogensverdeling nog niet zo slecht, zo concludeert de Nederlandse econoom Geert Reuten. In Nederland bijvoorbeeld is het onevenwicht groter. 10 % van de Rijkste Nederlanders controleren 68 % van de Nederlandse rijkdom. 1 % van de Rijkste Nederlanders staan voor 28 % van alle rijkdom. De Belgische cijfers zijn positief beïnvloed door het sterke woningbezit in ons land. Maar ook hier geldt de algemene waarheid over statistieken. Die statistieken zijn als bikini’s, ze tonen veel maar verbergen het mooiste.



Reuten, een vroegere politicus voor de linkse partij SP in Nederland, werkte op cijfers van de OESO voor 2014. Die internationale organisatie vergeleek de vermogensverdeling in 27 rijke landen. Aan de top van de ongelijkheid staat de VS met 10 % rijken die 78 % van alle vermogens controleren. 1 % is daar goed voor 38 % van alle rijkdom. In de lijst zit België onderaan de middenmoot. Bij vermogen gaat het volgens de Oeso-definitie om bezittingen waarop voor particulieren een eigendomsrecht van toepassing is. Het gaat dan om vermogens die via erfenissen, al dan niet na een afdracht van successierechten, van generatie op generatie kunnen worden doorgeschoven. Pensioenvermogens vallen daarbuiten. Die laatste zijn in Nederland met zijn grote pensioenfondsen alvast belangrijk.

Reuten analyseerde ook dat de 10% meest vermogende Nederlanders over 89% van het ondernemersvermogen beschikt. Ook de economische macht is in Nederland scheef verdeeld, luidt de conclusie van Reuten. In België zijn daar geen cijfers over bekend.

In België worden de ‘betere’ cijfers verklaard door de aanhoudende overheidspolitiek die het bezit van een eigen woning fors stimuleert. Daar wordt vooral de middenklasse sterker van. Maar die cijfers zijn pas ook echt relevant wanneer je daar de globale hypothecaire schuldenlast tegenover zet. Want zoals Shakespeare al schreef: “My tailor is rich”.