Wordt Verenigd Koninkrijk één grote “free haven” na Brexit?

Boris Johnson

Als het aan de Britse premier Boris Johnson ligt, kunnen er tot zes zogenaamde “free havens” ontstaan in het Verenigd Koninkrijk, voornamelijk in Noord-Ierland en Schotland. Een “free haven” is een belastingvrije economische zone waar goederen vrij in en uit kunnen worden gebracht. Per vrije haven zouden tot 15.000 nieuwe jobs kunnen worden gecreëerd. “Er zijn 130 vrije havens wereldwijd, aldus Johnson, en wij konden er geen maken omdat we lid waren van de Unie. Nu verandert dat.” Maar Europa is als de dood voor dergelijke vrije havens die een aantrekkingspunt zijn voor witwassers, fraudeurs en malafide handelaren. Het is één van de discussiepunten die een zachte Brexit in de weg staan.

Voor Johnson is het concept van de free haven een aantrekkelijk dossier waarmee hij de publieke opinie in Schotland en Noord-Ierland kan bespelen. Als mogelijke havens noemt hij Dublin in Noord-Ierland, Aberdeen in Schotland, Teesside en Peterhead. De Britse economist Chris Walker ziet ruimte voor zeven noordelijke havens (Grimsby & Immingham, Liverpool, Manchester Airport, Hull, Tees & Hartlepool, Rivers Hull & Humber, and Tyne). Die zouden samen 12 miljard pond handel creëren, goed voor 150.000 jobs.



Ook Jeremy Hunt, tegenstander van Johnson, opperde al het idee van vrije havens. Maar er zijn ook kritische stemmen. Economisten wijzen er op dat de creatie van vrije havens leidt tot minder fiscale inkomsten, iets wat moet worden gecompenseerd door de groei van de lokale economie. Volgens Ed Davey, leider van de liberalen, toont het idee van de vrije havens hoe wanhopig de brexiteers zijn. “De Britse economie is fundamenteel gezond als onderdeel van Europa. Maar nu moeten we leider worden van één van de meest manipuleerbare economieën. We zouden moeten leider worden in transparantie, niet in structuren die witwassen mogelijk maken.”