Botagoz Jardemalie, over witwassen en het statuut van politiek vluchteling

Botagoz Jardemalie (Foto: Twitter)

Frank Monstrey en zijn echtgenote Petra Noé hebben de nieuwe vennootschap Sterea Leisure Investments opgericht. Sterea is de naam die het echtpaar meegaf aan het residentieel vastgoedproject dat ze ontwikkelen rond de golf van Sterrebeek. Dat moet volgend jaar in zijn laatste fase worden afgewerkt. Frank Monstrey raakte met zijn vroegere olieraffinaderij Nostrum in Kazachstan betrokken bij het bankschandaal van de Kazachse BTA Bank en Mukhtar Ablyazov. Die laatste wordt er van verdacht 4 miljard dollar uit de bank te hebben weggesluisd. De structuur daarvoor zou zijn opgezet door zijn rechterhand, de juriste Botagoz Jardemalie. Die laatste kreeg in België het statuut van politiek vluchteling. Maar in oktober kreeg ze ook enkele Belgische speurders over de vloer van haar appartement in Ukkel bij de uitvoering van een huiszoeking. Dat ontlokte een kleine mediastorm in de Belgische pers. België zou immers achter het vel aanzitten van een Kazachse politieke vluchtelinge. Maar niets is zo eenvoudig als het op het eerste zicht lijkt.

In 2004 werd Frank Monstrey hoofdaandeelhouder van de Kazachse raffinaderij Nostrum Oil. In geen tijd bouwde Monstrey de relatief kleine raffinaderij uit tot een ware winstmachine die meteen ook geïntroduceerd werd op de beurs van Londen. Maar in 2017 ziet Monstrey zijn aandelen geblokkeerd worden. Een Londense rechtbank stelt dat die aandelen onderdeel vormen van de bankfraude die werd opgezet door Mukhtar Ablayzov. Die werd in 2005 hoofdaandeelhouder van de Kazachse BTA Bank. Doorheen de jaren zet Ablayzov allerlei offshore structuren op om de bank leeg te roven. Op die manier zou in totaal 4 miljard dollar uit de bank zijn weggesluisd en witgewassen via allerlei investeringen. In 2012 vluchtte Ablayzov naar Londen. Daar veroordeelde een rechtbank hem tot betaling van 400 miljoen dollar aan BTA. Waarop Ablayzov naar Frankrijk vlucht. Monstrey van zijn kant kiest er voor een overeenkomst uit te werken met de BTA Bank. In 2017 verkoopt hij zijn aandelen in Nostrum aan de bank. Daarmee is voor Monstrey naar eigen zeggen de kous af en kan hij zich toeleggen op de uitbouw van het residentieel Sterea project in Sterrebeek. Maar Monstrey blijft wel betrokken als getuige in het proces Ablayzov.



De juriste Botagoz Jardemalie wordt er van verdacht de offshore structuren te hebben opgezet die Ablayzov gebruikte om de BTA Bank leeg te roven. De juriste koos Brussel uit als haar vluchthaven. Ze vestigde zich in een van de betere wijken in Ukkel en nam haar job als juriste terug op. Ondertussen profileerde Ablayzov zich als de organisator van het politieke verzet tegen de Kazachse president Nursultan Nazarbayev. Jardemalie verzorgt de contacten ter zake met het Europees parlement en meer bepaald met de denktank “Renew Europe”. In Brussel krijgt ze het statuut van politiek vluchteling. (Lees verder onder de foto)

Het internationaal aanhoudingsbevel tegen Jardemalie.

Dat verhindert het regime in Kazachtsan niet om haar te blijven vervolgen als handlangster van Ablyazov. In dat kader richt ze ook een vraag tot medewerking aan de Belgische gerechtelijke diensten. Dat is geen sinecure. Politieke vluchtelingen genieten immers terecht van een beschermd statuut. De Belgische justitie zal er langer dan een jaar over doen om een beslissing te nemen in het dossier. Het feit dat de vrouw een onbekommerd leven leidt in een luxe appartement in Ukkel, geen belastingen betaalt in België en geen inkomen in België bekend maakt, zou mee een rol hebben gespeeld om alsnog een huiszoeking uit te voeren. Dat gebeurt begin oktober in het bijzijn van twee Kazachse gerechtelijke agenten. Wanneer Jardemalie het nieuws naar buiten brengt, krijgt ze meteen de steun van de dagbladpers. Die zegt dat het niet kan dat een politieke vluchtelinge met behulp van de Belgische justitie wordt achterna gezeten door het regime dat ze bekampt. Ook al omdat haar broer in Kazachstan een tijdlang gevangen werd gezet voor zijn politieke activiteiten. Maar de Belgische justitie hanteert andere argumenten en ziet zich ingedekt door internationale wetgeving omtrent witwassen van crimineel geld. De analyse van dit soort strafrechtelijke inbreuken is geen prioriteit bij de aanvraag van het statuut van politiek vluchteling. Er wordt vooral gekeken naar politieke motieven Maar voor het internationaal strafrecht blijven het wel inbreuken op de witwaswetgeving. En het statuut van politiek vluchteling kan geen scherm zijn om internationale misdaden te verhullen.