Discrete familie Cigrang koopt Ierse concurrent (en introduceert een nieuwe familiegeneratie)

(Foto: Cobelfret)

De Belgisch-Luxemburgse RoRo rederij CldN, gekend als Cobelfret en in handen van de familie Cigrang, koopt haar Ierse concurrent Seatruck Ferries Holding Ltd. over van de Deense Clipper Group. Met 8 speciaal gebouwde schepen is Seatruck Ferries de toonaangevende RoRo-operator op de Ierse Zee, die bijna 20% van de zeevrachtvolumes in de regio vervoert. De partijen zijn overeengekomen de transactieprijs niet bekend te maken. Dat sluit perfect aan bij de zeer discrete opstelling van de familie Cigrang die tot voor kort werd vertegenwoordigd door vier broers Cigrang van de derde generatie met Christian als centrale figuur. Maar nu werden de eerste vertegenwoordigers van de vierde generatie aan boord gehesen van verschillende raden van bestuur. De uiterste discretie van de Cigrangs heeft misschien te maken met het oorlogsverleden van de familie. Hun rederij Cobelfret werd naar eigen zeggen opgericht in 1928 door Leon Cigrang. Maar de historicus Etienne Verhoeyen ontrafelde dat die oprichting eigenlijk gebeurde in 1938, door Marcel Cigrang, broer van Leon, en op instigatie van de Duitse spionagedienst. Marcel Cigrang zou blijven werken voor het Duitse leger, ook na 1940.

De krant de Tijd wist te melden dat Jean Cigrang, met zijn 59 jaar de oudste van de vier broers, bijna overal ontslag nam als bestuurder, Michel bij twee bedrijven en Christian bij een. Tegelijkertijd deden Léon, Louis, Julie en Jade Cigrang hun intrede als bestuurder en als vertegenwoordiger van de vierde generatie zonder dat meteen duidelijk is van wie ze de kinderen zijn. De 22-jarige Léon bekleedt de meeste mandaten als bestuurder, bij takken van CLdN en C. Vrac. Jade, met 19 jaar de jongste van de vier, werd alleen bestuurder bij C. Fin, een vehikel van de familie voor haar belang in Bank Degroof Petercam. De overkoepelende holding CLdN Links was vorig jaar goed voor 774 miljoen euro omzet. De nettowinst verdrievoudigde daarbij naar 64,2 miljoen euro. Haar zusterholding C. Vrac boekte 674 miljoen euro omzet en een winst van 87,4 miljoen.



De discretie van de familie Cigrang is opmerkelijk. Misschien kan die herleid worden tot het oorlogsverleden van de familie. Marcel Cigrang, een van de oprichters van de maritieme groep Cobelfret, werkte voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog nauw samen met de militaire geheime dienst van de nazi’s. Een volwaardige geheim agent was hij wellicht niet, maar toch minstens een sympathisant en medewerker van de Duitse Abwehr, de spionagedienst van het Duitse leger, zo schrijft historicus Etienne Verhoeyen in zijn boek ‘Spionnen aan de achterdeur’, verschenen in 2011. Daarin ontrafelt Verhoeyen nauwgezet de activiteiten van de agenten en informanten van de Duitse ‘Abwehr’ die in ons land werden ingeschakeld.

Officieel werd Cobelfret (voluit Compagnie Belge d’Affrètements) opgericht in 1928 door de Leon Cigrang. Volgens “Spionnen aan de achterdeur” dateert de oprichting echter van 1939 en ging er aan het ontstaan van de haven- en transportgroep een hele voorgeschiedenis vooraf, die nauw verweven was met spionagewerk voor de Abwehr. Leon Cigrang (1907-1972) was de eerste van de drie broers Cigrang die zich in Antwerpen kwam vestigen. De broers waren geboren en afkomstig uit het Groothertogdom Luxemburg en arriveerden een na een in Antwerpen. In 1932 volgde zijn jongere broer Marcel Cigrang (1912-1980). Nog tijdens zijn studies aan het Hoger Handelsinstituut in Antwerpen ging Marcel aan de slag als bediende bij het Antwerpse expeditiebedrijf Sabat (SA Belge d’Affrètements et de Transports), een joint-venture tussen de Luikse firma Sabech en de Duitse rederij Schuchmann. “In de jaren dertig trok dit bedrijf meer dan eens de aandacht van de Britse contraspionage”, schrijft Verhoeyen, “omdat in 1932 werd vastgesteld dat een schip van de rederij Schuchmann betrokken was bij het leveren van wapens aan Ierse nationalisten.” Nadat Sabat onder druk van de spionagediensten was opgedoekt, ontstonden twee andere firma’s: Soconaf en Cobelfret. Die laatste werd op 10 oktober 1939 opgericht met Marcel Cigrang als zaakvoerder. In het kader van de geplande Duitse invasie in Groot-Brittannië werden in beide bedrijven plannen gesmeed om explosieven met een Duitse duikboot naar Swansea in Zuid-Wales te sturen. De springstoffen moesten dienen om Britse schepen te saboteren of in Engeland een vliegveld of een fabriek van militair materieel op te blazen. De bommen, voorzien van een tijdmechanisme, zouden gecamoufleerd worden als oplaadbare batterijen. Na de inval van het Duitse leger, in mei 1940, werden de plannen afgeblazen. Marcel Cigrang werd aangesteld tot directeur, maar nam in juni 1941 wegens meningsverschillen ontslag. Een na de oorlog door het Militair Gerecht aangestelde accountant stelde vast “dat het bedrijf vrijwel uitsluitend opdrachten voor de Wehrmacht uitvoerde (vervoer van bouwmaterialen voor verdedigingswerken aan de kust, en van meel, dakpannen en stenen naar Duitsland)”. Nog tijdens de oorlog zou Marcel Cigrang ook verschillende Antwerpse horecazaken overkopen die vroeger in handen waren van joodse eigenaars.