Geluk en ongeluk op dezelfde dag, alleen op een verschillende pagina in dezelfde krant. Het dataverwerkend bedrijf Collibra haalt 100 miljoen dollar vers kapitaal op bij CapitalG, de investeringsarm van Google-moeder Alphabet. Daarmee is Collibra de eerste Belgische start up die meer dan 1 miljard kapitaal weet te vergaren. Op hetzelfde moment legt Small Teaser, een beloftevolle start up die zich toelegde op digitale media, de boeken neer. Het geld was op. Een laatste ronde bij durfkapitalisten kwam te laat. Ondanks alle beloftevolle analyses en media aandacht vond Small Teaser geen nieuwe fondsen. De analyse kan eenvoudig zijn. “Haal het geld op als je het niet nodig hebt.” zegt Felix Van de Maele, de 34-jarige Oostendenaar die Collibra leidt vanuit New York.
Unicorns of eenhoornen worden ze genoemd, private bedrijven die de kaap ronden van één miljard waarde. Wereldwijd zouden er zo’n 300 zijn. Collibra is er nu één van. “Dat was geen doel op zich, zegt Felix Van de Maele, maar de extra aandacht voor het bedrijf is wel mooi meegenomen.” Collibra leert grote bedrijven hoe ze data binnen hun organisatie moeten verwerken, opvolgen en gebruiken.
Een eenhoorn wordt je niet door je te beperken tot de Vlaamse markt. Integendeel. Je moet internationaal gaan. Daarbij liggen de Verenigde Staten voor de hand, ook meteen het mekka van het durfkapitaal. Dat wist Collibra te doen. Het bedrijf vond gelukkig steeds opnieuw tijdig vers kapitaal, geld om te groeien, niet om te overleven. Het bedrijf heeft nu kantoren in Brussel, Parijs, Londen, Wroclaw (Polen) en New York waar ook het hoofdkwartier is gevestigd. Collibra wil dit jaar 100 miljoen dollar omzet halen met 650 medewerkers. Winst is nog niet onmiddellijk aan de orde.
“Ik heb er heel veel tranen over gelaten, ’s avonds in de auto, op weg naar huis. Terwijl ik wist dat ik alle opties bekeken heb.”
Dat succes internationaal is, weet ook durfkapitalist Jürgen Ingels. Die is nog steeds op zoek naar veel geld om vanuit België internationale start up’s te lanceren. Los van de soms beknellende Vlaamse KMO-klei. Ruth Janssens uit Schaffen slaagde er niet in daarvan los te komen. Samen met haar tweelingbroer startte ze in 2015 Small Teaser op, een platform waarop ‘communities’ digitale magazines kunnen maken. Denk aan een sportclub, waarbij leden zelf de teksten schrijven. Een ingebouwde advertentiemachine plaatst daar handig advertenties tussen, waardoor de schrijvers ook nog eens geld kunnen verdienen. (Lees verder onder de foto)
Small Teaser mocht rekenen op veel media aandacht en veel gelukwensen. Een gat in de markt. Small Teaser werd uitgeroepen tot start up van het jaar. Janssens vond in eerste instantie 0,8 miljoen euro kapitaal bij de Limburgse Reconversiemaatschappij. Maar daarna bleven nieuwe investeerders weg. De niche was te klein, paste niet in hun spreadsheets. De Vlaamse markt was überhaupt te klein om door te groeien. Kwam daarbij het ongeluk dat broer Stijn, het technisch brein, de boot verliet en uit het project stapte. Ruth Janssens ging ondertussen bij de groten in Londen langs. De interesse was er, maar de nodige tijd ontbrak om alles nog rond te krijgen. “Ik heb er heel veel tranen over gelaten, ’s avonds in de auto, op weg naar huis. Terwijl ik wist dat ik alle opties bekeken heb.”, zegt Janssens in de Standaard. Ultiem legde ze de boeken neer. “Het ontbreekt aan een hecht netwerk om je te introduceren en promoten bij betrouwbare buitenlandse, relevante en sectoriële investeerders.” Daardoor verliezen starters veel tijd in hun zoektocht naar geld. Tijd die ze hadden kunnen spenderen aan het uitbouwen van kun bedrijf. “Heel frustrerend.”, zegt ze. Ondertussen is ze beducht voor de reacties. Want de Vlaming, vreest ze, ziet een faillissement nog te vaak als falen. Als een onuitwisbare stempel die op je voorhoofd gedrukt wordt. “Maar ik moet me niet slecht voelen”, zegt ze “Ik heb het tenminste geprobeerd.”